[Faber, Jacobus of Fabri]
FABER (Jacobus) of Fabri, geb. te Deventer 19 Aug. 1473, overl. in of na 1517, leerling van Alexander Hegius te Deventer, aan welke school hij later als leeraar en bestuurder van het ‘domus clericorum’ werkzaam bleef. Hij was bevriend met Jac. Faber Stapulensis, Cornelius Aurelius en Erasmus. Revius vermeldt een bezoek dat F. aan Leuven bracht. Hij gaf uit: In Jesu Christi triumphum Panegyricon (Deventer, Paffraet omst. 1499); Panegyricon de admiranda Dei genetricis Mariae semper virginis et serenitate et humilitate (Dev. Johannes de Breda c. 1500); Alexandri Hegii Carmina et gravia et elegantia cum ceteris eivs opsusculis (Dev. R. Paffraet 1503; opgedragen aan Erasmus); Al. Hegii Dialogi (ib. 1503); een vertaling van Basilius' Oratio in ebrietatem (Dev. Th. de Borne 1510) en, volgens Revius: Catonis disticha, cum aliis Gnomologicis et Graeco versis (1511).
Zie: Revius, Dav. Illustr. 140-142; Overijss. Alm. 1839, 61; 1852, 55; Delprat, Verh. over de broedersch. van G. Groote (2de druk) 76,