Na ruim 60 jaren aan de haarlemsche drukkerij en lettergieterij te hebben gewerkt en hiervan 45 jaar aan haar hoofd te hebben gestaan, overleed Jac. Enschedé in den ouderdom van 78 jaren. Zijn echtgenoote Johanna Christina Abbensets, een West-Indische van geboorte, met wie hij 58 jaren een gelukkig huwelijk had geleid, overleefde hem, met eenige kinderen.
Ook in wijderen kring was Jac. Enschedé werkzaam. In den Franschen tijd was hij kapitein bij de dienstdoende schutterij zijner woonplaats, terwijl hij in Nov. 1813 een levendig aandeel nam in den ommekeer van zaken in ons land. In 1814 voerde hij als luitenant-kolonel het bevel over een der bataillons van den gewapenden Landstorm. In 1819, hij de eerste verkiezing van leden van het stadsbestuur door het kiezerscollegie, werd hem de betrekking van lid van den stedelijken Raad opgedragen, die hij tot 1851, eervol heeft vervuld. Bovendien was hij nog werkzaam als regent van het Oudemannenhuis te Haarlem, als diaken en ouderling bij de Waalsche gemeente ald., als lid der plaatselijke schoolcommissie, als medebestuurder der gevangenis te Haarlem enz.
Zie: A.C. Kruseman, Jacobus Enschedé en Mr. Johannes Enschedé in Adresb. Ned. Boekh. 1867; en dez. in Bijdr. Boekh. I, 159.
Zuidema