[Engel, Arnold]
ENGEL (Arnold), of Angelus, geb. te Maastricht of te Utrecht (Trajecti) in 1620, overl. te Komotau 26 Apr. 1690. Als jongeling vertrok hij met zijn streng katholieke ouders naar Praag, en voltooide daar zijn lagere studiën aan het Jezuïeten-college. Toen reeds kocht hij aan de boekenstalletjes allerlei zedelooze geschriften op, en noodigde zijn medeleerlingen uit om bij het verbranden daarvan tegenwoordig te zijn. 19 Sept. 1640 trad hij in de Sociëteit van Jezus. Hij onderwees 8 jaar de welsprekendheid en was 5 jaar met de leiding der scholen belast. Vooral onderscheidde hij zich als een volijverig geloofsprediker, en arbeidde met goeden uitslag aan de bekeering van andersdenkenden; de stad Sternberg in Moravië keerde, voornamelijk door zijn toedoen, tot de roomsche kerk terug. Ondanks een beroerte, die hem het schrijven zeer bemoeilijkte, bleef hij tot op hoogen leeftijd met de pen tegen de aanhangers van Luther ijveren.
Van enkele gelegenheidspreeken, verschillende latijnsche gedichten en een drietal godsdienstigpolemische werkjes, die zonder naam des schrijvers in druk verschenen, zijn de titels bekend. Het voornaamste schijnt te zijn: Drey Fundamentel-Fragen über die Lutherische Religion in und aus den Schrifften Martini Lutheri gegründet und genommen, dat een paar verweerschriften uitlokte van Aug. Pfeiffer.
Zie: Sommervogel, Biblioth. d.l. Comp. de Jésus III, 393.
van Miert