[Eck, Johannes Arnoldus]
ECK (Johannes Arnoldus), jongste zoon van den voorgaande, geb. te Hamm 26 Sept. 1720, overl. te Amsterdam 10 Febr. 1792; studeerde te Duisburg, later te Groningen (ingeschr. 4 Jan. 1736), en werd 3 Oct. 1741 proponent. Niet lang daarna beriep men hem te Lellens in 1742, vervolgens in 1743 te Noorddijk, in 1750 te Sappemeer, in 1753 te Zutphen en in 1758 te Amsterdam. Hij was gehuwd: 1o. 1757 met Aletta Elizabeth van Noortwijk; 2o. 1765 met Barbara Johanna Teyssen. Hij vierde 4 November 1768 de nagedachtenis van zijn ambtgenoot Johannes Temminck met een lijkrede getiteld: De aangename Gedagtenis van Godvruchtige voorgangeren, over Hebr. XIII vs. 7 (Amst. 1768).
Zie: Croese, Reg. der Pred. te Amst. 321; Brucherus, Gedenkb. van Stad en Lande 33, 37, 39.
Molhuysen