E.
[Echten, tot Echten Roelf of Roelof baron van]
ECHTEN tot Echten (Roelf of Roelof baron van), gesproten uit een oud adellijk geslacht, dat reeds in de 13 de eeuw genoemd wordt en zijn verblijf hield op de havezate van dien naam, ruim een uur ten z.o. van Ruinen. Hij was geb. 15 Juli 1592 en overleed 20 Nov. 1643. Behalve heer van Echten, was hij drost van Coevorden, lid der Ridderschap en gedeputeerde van het landschap Drente. Volijverig in het ontginnen van de woeste gronden, zuidwaarts van zijn gebied, bekwam van Echten omstreeks 1625 van het Landschapsbestuur het recht om de Echter beek in haar benedenloop te vergraven, waardoor de Hoogeveensche vaart ontstond, die in hooge mate heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van deze streek en inzonderheid tot de welvaart en den bloei der steden Meppel en Zwartsluis. Het dorp Hoogeveen zelf heeft aan deze vaart en aan de veenderijen in haar omgeving zijn ontstaan te danken; eveneens het Hollandsche Veld, ten zuidoosten ervan gelegen.
Van het leven van Roelf van Echten tot Echten is weinig bekend. Hij was gehuwd, sedert 1644, met Anna Bentinck, die hem drie kinderen schonk. Hij was niet alleen een bekwaam en practisch oeconoom, maar stond ook in den roep van groote geleerdheid.
Zie: Joh. Picardt, Antiq. en Annal. van Drenthe, 382; Drentsche Volksalm. 1840, 95 en 1868, 114 e.v.; Kniphorst, Geschiedk. Overzicht van de Verveeningen in Drenthe (1872), 18 e.v.; Blink, Gesch. van den Boerensland en den Landbouw in Drente II, 159; Idem in Tijdschr. Aardr. Genootsch. XIX (1902), 84 e.v.; Rietstap, Wapenboek Ned. Adel, I, 103.
Zuidema