[Duyn, Willem van der]
DUYN (Willem van der), geb. 7 Nov. 1750, overl. te 's-Gravenhage 20 Aug. 1813, zoon van Aarnout Joost (kol. 540), werd ten gevolge van het kinderloos overlijden van zijn oudsten broeder Adam François (kol. 542) in 1793 vrijheer van 's Gravenmoer, heer van Maasdam, Benthorn en Hinkelenoord. Hij was beschreven in de ridderschap van Holland en werd in 1780 hoogheemraad van Rijnland, later kamerheer van den prins en de prinses van Oranje.
Meermalen komt zijn naam voor als G. van der Duyn (Guillaume).
In dienst getreden bij de cavalerie, werd hij 25 Maart 1778 kolonel-titulair en 7 Dec. 1786 kolonel-commandant van het regiment Waalsche dragonders van Bylandt, en, na den dood van zijn broeder, chef van het regiment cavalerie Van der Duyn. Sinds 1792 was hij majoor-commandant van Bergen op Zoom; 18 Juli 1793 werd hij generaalmajoor. Bij de omwenteling in 1795 verliet hij den dienst en vestigde hij zich in het buitenland (o.a. heeft hij in 1799 in Hamburg gewoond). Hij heeft deelgenomen aan de rassemblementen van Osnabrück in 1795 en van Lingen in 1799, beide mislukte pogingen om het Huis van Oranje hier te lande te herstellen, de laatste in verband met de landing der Engelschen en Russen in Noord-Holland. Toen deze in October en November 1799 genoodzaakt waren, zich weder in te schepen, werden de tijdens de expeditie door den erfprins van Oranje voor zijn dienst aangeworven manschappen naar Engeland overgevoerd, en op het eiland Wight tot eene Hollandsche brigade in dienst van den koning van Engeland georganiseerd. Van der Duyn, mede daarheen getogen, kreeg er in den rang van kolonel het bevel over het regiment jagers; na den vrede van Amiëns werd dit korps ontbonden, en schijnt hij nog eenigen tijd in Engelschen dienst te zijn geweest, en daarin den rang van luitenant-generaal te hebben verkregen.
5 Jan. 1772 is hij te Horssen in het huwelijk getreden met Elisabeth Magdalena van Lijnden (geb. te 's Gravenhage 2 Maart 1743 en aldaar overleden 18 April 1813), dochter van Caspar Anthony, heer van de Parck en Magdalena Elisabeth van Boetzelaer. Uit dit huwelijk is geboren Adam François Jules Armand, de man van 1813 (I kol. 777).
Zijn portret, teekening in Oost-indischen inkt, in de uniform van kolonel der Hollandsche brigade te Wight of van Engelsch generaal, is in het bezit van Mr. W. graaf van der Duyn te Zeist.
Uit het Ned. Adelsboek, familieberichten en brieven uit Harer Majesteit huisarchief. Zie ook: Kramer en van der Meulen, Gedenkschriften van Gijsbert Jan van Hardenbroek I, 514, en III, waar hij in het naamregister als G.v.d. Duyn voorkomt; Archives de la maison d'Orange Nassau Ve Sér. III, 488.
Koolemans Beijnen