Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 534]
| |
1759) en promoveerde er 19 Juni 1765 tot Phil. Dr. op een Diss. de mundo in gloriam Dei condito. Hij ging daarna te Utrecht studeeren, waar hij 1768 promoveerde tot theol. dr. op een Diss. de providentia Dei speciali. Hij werd predikant te Weidum 2 Juli 1769, vertrok van daar in 1771 naar IJsselmonde, in 1779 naar Vlissingen, in 1781 naar Middelburg, waar hij emeritus werd in Mei 1822 en 10 Mei 1822 overleed. Hij was te Middelburg in het Natuurkundig gezelschap vele jaren doceerend lid, thesaurier en secretaris; curator der Latijnsche school en actuaris der classis Walcheren. De volgende werken zijn van hem uitgegeven: De Cartesiana demonstratione existentiae divinae a priori ex notione Entis perfectissimi et necessarii, met goud bekroond door, en te vinden in de Verhand. van het Stolpiaansch Legaat 1788; Verzameling aan Leerredenen (Middelb. 1788): Lofrede op Mr. J. Winkelman in N. Verh. Zeeuwsch Genootsch. 1807. Zie: Archief Kerk. Gesch. V, 251; Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen I, 168; Album Studios. Acad. Gron. 213, 479. Molhuysen |
|