[Drijfhout, Abraham Jacob]
DRIJFHOUT (Abraham Jacob), geb. te Deventer, overl. te Harderwijk 11 Mrt. 1765; zoon van den predikant Franciscus D. en mej. d'Outrein. Hij studeerde te Utrecht (ingeschr. 1753) en promoveerde er 1755 tot Philosophiae Dr. op een Diss. de moralitate actionum humanarum cum recentiorum quorundam principiis non consistente; ook in Tydeman's Syntagma disserationum (Utr. 1777) opgenomen. Hij werd predikant te Zuilen 1756; professor in de philosophie, wis- en sterrenkunde te Harderwijk 1763, welk ambt hij 14 Juni aanvaardde met een Oratio de summa philosophiae hoc nostro tempore necessitate (Hard. 1764). Hij stierf reeds 2 jaar later. Hij was gehuwd met Maria Brouwer, dochter van den predikant Broërius B. te Amsterdam.
Zie: Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, 292, 298, 392; Glasius, Godgel. Nederl. I, 390.
Molhuysen