[Dermout, Jacob]
DERMOUT (Jacob), zoon van den voorg., geb 22 Febr. 1802 te Amersfoort, overl. te Leiden 26 Nov. 1845; studeerde te Leiden (ingeschr. 12 Mrt. 1818), en promoveerde er 8 Febr. 1825, bij het 50e lustrum der Universiteit, met de kap (more majorum) tot Dr. in de Theologie op een Diss. exhibens Collectaneorum criticorum in N.T. part. I (hetzelfde jaar ook o.d.t. Collectanea critica in N.T. pars I te Leiden verschenen). Het feit dat zijn vader hofprediker was, zal wel aanleiding tot deze ongewone promotie zijn ge weest. Hij werd predikant aan de Vuursche (Oct. 1825), Meppel (1828), Schiedam (1830), Leiden (1836). Hij was gehuwd met Johanna Elisabeth de Ruyter. Behalve zijn dissertatie heeft hij niets gepubliceerd. Wel bezit de Mij. der Nederl. Letterkunde een handschrift van hem: Extracten uit de Handelingen des Kerkenraads van de Nederduitsche Hervormde Gemeente te Leyden, rakende Pieter de la Court, en deszelfs namelooze geschriften, Interest van Holland, Politycke Discoursen en Consideratiën van Staat.
Zie: Hand. Letterkunde 1846, 17.
Molhuysen