zie H. Brugmans, Verslag van een onderzoek in Engeland naar Archivalia ('s Grav. 1895), 253, 397, 398; en Catalogus van het archief der Nederlandsch Hervormde gemeente te Delft Afd. II B, no. 27; Afd. III, B. no. 31, 43, 50, 70.
In het najaar van 1574 moet Crusius getrouwd zijn. Kinderen uit dat huwelijk zijn niet bekend. Wel komen omstr. 1590 in het album studiosorum der leidsche academie tal van jonge mannen voor, die als Cornelii Delphensis staan geboekt, maar daar bij geen enkelen hunner 's mans eigenlijke naam Crusius of Croese staat vermeld, en de aanduiding Cornelii uiteraard een zeer veel voorkomende is, is er geen grond genoeg hen voor zijn zoons te houden. Een neef van hem kennen we wel. Deze heette Theodorus en lag in 1604 te Leiden thuis bij zekeren Coddeus (vlg. Werken der Marnix-Vereeniging S. III D IV, 233, 234) Crusius' portret is naar een schilderij van Mierevelt gegraveerd door W.J. Delff.
Een Jacobus Cornelii heeft van 1594 tot zijn dood in 1633 te Middelburg gestaan (J.W. te Water, Kort verhael van de Reformatie van Zeeland (Middelb. 1766) 190; J.H. Hessels, Ecclesiae Lond. Bat. Archivum III (Cantabr. 1897) no. 1449, 1546). Een Adrianus Cornelisz kwam in 1600 als proponent te Muiden en stond daar tot zijn dood in 1641. Eind 1618 diende hij bij leening zes weken de Kerk van Hoorn, van welke stad hij alumnus was geweest (Archief Ned. Herv. gemeente te Hoorn, Acta van den kerkeraad op 2 en 7 Jan. 1619) (Reitsma en van Veen, Acta I, 311).
Zie: Reitsma en van Veen, Acta I en III, registers in voce; Werken der Marnix-vereeniging, registers in voce; L.A. van Langeraad en H. Visscher, Het Protestantsche Vaderland, I, 218, 250; A.A. van Schelven, De Nederduitsche vluchtelingenkerken der 16e eeuw ('s Grav. 1909) register in voce; P.C. Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der teidsche universiteit I ('s Grav. 1914) register in voce; de Félice, Lambert Daneau (Paris 1882) 103, 218; J.H. Hessels, Ecclesiae Londino-Batavae Archivum III (Cantabr. 1897) register in voce; J. Hania, Wernerus Helmichius (Utr. 1895) register in voce; J.G. Frederiks in De Nederlandsche Spectator (1880) 166, 167; W. Geesink, Calvinisten in Holland (Rotterd. 1887) 84; G. Brandt, Historie der Reformatie I en II, registers in voce; Rogge, Catalogus der pamfletten-verzameling van de Boekerij der remonstrantsche Kerk te Amsterdam St. I Afd. I, 7, 10, 11, St. II, Afd. I, 14; dez., Johannes Wtenbogaert en zijn tijd I (Amst. 1874) 63, 104, 188 n. 1, 192, 199, 208, 231; III (Amst. 1876) 147, 176, 183, 190, 206, 226, 303; F. Muller, Beschrijvende Catalogus van 7000 portretten van Nederlanders (Amst. 1853) 65; L.D. Petit, Bibliographische lijst van werken der leidsche hoogleeraren I (Leiden 1894) 28, 36; Chr. Sepp, Drie Evangeliedienaren uit den tijd der Hervorming (Leiden 1879) 46;
dez, Het godgeleerd onderwijs I (Leiden 1873) 33, 55, 102, 131; Glasius, Godgeleerd Nederland in voce Arnold Cornelii van der Linden; M.F. van Lennep, Gaspar van der Heyden (Amst. 1884) 73 n. 3, 211-213, 241; H.Q. Janssen, De kerkhervorming in Vlaanderen (Arnh. 1868) register in voce Cornelii; P.J. Wijminga, Festus Hommius (Leiden 1899) 95, 299; P. Fredericq, Het Nederlandsch Proza in de zestiende eeuwsche pamfletten (Brussel 1907) 202 vv. 401 vv.; H.Q. Janssen, Catalogus van het oud synodaal archief ('s Grav. 1878) register in voce Cornelii; L.A. van Lan-