[Crucius, Johannes (1)]
CRUCIUS (Johannes) (1), geb. te Rijssel in 1560, gest. 7 Febr. 1625 te Haarlem, was een zoon van Jacobus de la Croix, die o.a. in 1597 en 1602 waalsch ouderling te Middelburg was. Na gestudeerd te hebben te Heidelberg (ingeschreven 28 Sept. 1586 als student en 7 Febr. 1587 als theologant) en te Leiden (ingeschreven 21 Aug. 1589) was hij van 1590 tot zijn dood predikant bij de waalsche Kerk van Haarlem. Als afgevaardigde der waalsche Kerken woonde hij de nationale synode van Dordrecht bij in 1618 en 1619. Zijn portret is niet onmogelijk door J. van der Velden gegraveerd.
Hij vertaalde verschillende werken. Zoo Jan Taffin, De Boetveerdicheyt des levens (Amst. 1595), uit het fransch in 't hollandsch; hiervoor kreeg hij 12 Juli 1595 van de Staten 150 gulden; Ant. Waleaus, Het ambt der kerckendienaren (Middelb. 1615) uit het latijn in het Fransch; F de Vrij, Historie van den oorspronck ende voortganck der kerckelijcke beroerten in Hollandt (Amst. 1621) onder den titel: Histoire ou brief et vray narré du commencement et progrès des troubles ecclésiastics d'Hollande. Eveneens Een cort ende schoone onderwijsinghe, inhoudende ghewisse vertroostinghen in allerhande beswaernissen ende anxet der conscientiën. Genomen.... uyt de boecken van Jan de l'Espine (Amst. 1614). Ook wordt hij nog genoemd als vertaler, uit het latijn in 't fransch, van De Koninklijke weg en als schrijver, zoowel in 't hollandsch als in 't fransch, van De onpartijdige rechter.
Crucius heeft verschillende zonen gehad. Althans het is waarschijnlijk dat de als Harlemensis eerst te Groningen (20 Apr. 1617) en daarna te Leiden (9 Juni 1621) ingeschreven medicus Jacobus Crucius en de eveneens als zoodanig te Leiden gestudeerd hebbende theologant Nicolaas Crucius of Cruitius (geb. 1595, gest. 15 Jan 1643 te Dordrecht, waar hij in de Groote kerk, onder een koperen zerk begraven ligt als alumnus van Dordrecht 7 Mei 1615 te Leiden student geworden, waarom hij ook aan die stad zijn theses de Cathegoria Quantitatis opdroeg; achtereenvolgens predikant te Bleiswijk (1619-28) en te Dordrecht (16 Nov. 1628 tot zijn dood)) broers van hem zijn geweest. Zeker is dat ten opzichte van den hierna volgenden Johannes (2), en volgens Schotel ook van Dionysius (4 Mei 1634 als student en 28 Dec. 1640 als candidaat ingeschreven te Leiden, 1641-49 predikant te Hazerswoude en van 1649 tot zijn dood in 1653 te Nijmegen; gehuwd geweest met Maria Heidanus, die later hertrouwde met Frans Burman (1) (kol. 351).
Johannes Crucius, die te Numansdorp heeft gestaan (1657 tot zijn dood in 1672) was een zoon van Nicolaas.
Zie: L.A. van Langeraad en H. Visscher, Het Protestantsche Vaderland, in voce; H.H. Kuyper, Post-acta.... van de nationale synode van Dordrecht (Amst. 1899) 101; F. Muller, Beschrijvende catalogus van 7000 portretten van Nederlanders (Amst. 1853) 67; Resoluties der Staten van Holland en Zeeland op 12 Juli 1595; Theod. Schrevelius, Harlemias of eerste stichting der stad Haarlem II (Haarl. 1754) 396, 397; G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht I (Utr. 1841) 367-371; H.C. Rogge, Catalogus der pamfletten van de Bibliotheek der Remonstrantsche kerk, te Amsterdam St. II Afd. II, 219; Livre Synodal des églises wallonnes ('s Grav. 1896) register in voce; W.P.C. Knuttel, Acta der Zuid- Hollandsche Synoden, I-IV, register in voce.
van Schelven