[Copinga, Obbo]
COPINGA (Obbo), geb. te Noordbroek in 1700, gest. 15 Maart 1776 te Midwolda en de Leek, studeerde te Groningen en was van 22 Mei 1729 tot zijn dood predikant te Midwolda en de Leek. Hij gaf in het licht: Het geloof en de hoop der kerke des N. Testaments; beleden, betoogt en aangedrongen, ofte de XXIII Psalm in zijn verbant verklaart, in zijne waarheit en gepastheid vertoont, en ter oeffening van Godtzaligheit op het gemoedt toegeëindigt (Groningen 1733); Der zielen zelfslrijdt en overwinninge over haar zelven door het geloof (uit het Engelsch. Gron. 1735); Verklaring der apostolische geloofsbelijdenis enz. genomen uit de Catechismus Predikaatsien en getrokken uit de lessen van Caspar Olevianus (vertaald, Gron. 1739).
Zie: Boekzaal der gel. Wereld, 1729, II, 380; Visscher en v. Langeraad, Het Prot. Vaderland II, 249, 250.
Wumkes