[Colonius, Daniel (2)]
COLONIUS (Daniel) (2), of van Keulen, zoon van den voorg., geb. te Leiden 18 April 1608, ald. overl. 9 Juli 1672. Hij studeerde te Leiden (ing. 2 Febr. 1626) en promoveerde er 18 Juni 1632 tot Dr. in de Rechten. Hij vestigde zich als advocaat te Leiden, en kreeg na het overlijden van prof. Dedel verlof om bij wijze van proef college in de Instituten aan de Academie ald. te geven. Hij werd 8 Juni 1648 aangesteld tot buitengew. hoogleeraar in de rechten. Na Heinsius' dood (1654) werd hij ook secretaris van den Academischen Senaat. Hij schreef: Vita Gerardi Aemilii ab Hoogeveen, Acad. Curatoris et Urbis Leidensis Syndici (L.B. 1666) ook in het Nederl.; Oratio panegyrica de victoria quam Rerum Indiae Occidentalis Administratores, ductu Petri Henrici, 6 Id. Sept. 1628 capta Hispanorum classe, retulerunt (L.B. 1629), blijkbaar een academische oratiuncula.
Hij was gehuwd met Anna van der Hoeven; na haar overlijden hertrouwde hij 31 Mrt. 1648 Elisabeth van Alphen.
Zijn portret door H. van der Mij in de Leidsche Senaatskamer, daarnaar gelithogr. door L. Springer; ook gegraveerd door een onbekende.
Zie: Siegenbeek, Gesch. Leidsche Hoogeschool I, 167, 194, 195; II T. en B. 126; Molhuysen, Bronnen Gesch. Leidsche Univ. II, III reg.
Molhuysen