[Coene, Tobias de]
COENE (Tobias de), Coenius, Counius, geb. te Londen, overl. 18 Juli 1618 in de Beemster; hij werd 6 Sept. 1591 als theol. student te Leiden ingeschreven, ging later tot de rechten over, en verdedigde ‘exercitii gratia’ 2 maal Theses, eerst 29 Apr. 1595 onder Beyma Controversae Quaestiones ex lib. I Institutionum, daarna 26 Juli van dat jaar Controversa ex universa delictorum materia onder Bronchorst. Hij was 1612 advocaat der O.I. Compagnie, en komt datzelfde jaar als dijkgraaf van de Beemster voor. Op zijn marmeren graftombe in de kerk in de Beemster staat een grafdicht van Hugo de Groot, met wien C. zeer bevriend was; in de Groot's Poemata is het echter niet te vinden.
Zie: G. van Sandwijk, Kronyke ... van Purmerende 237, 258; Navorscher I, 378; II, 274; III Bijbl. xi, li; Brochorst, Diarium ed. van Slee 90, 92; Molhuysen, Bronnen Leidsche Univ. I, 367*, 368*, 468*.
Molhuysen