[Clooster, Herman van den]
CLOOSTER (Herman van den), geb. te Heusden 11 Nov. 1683, overl. te Amersfoort 18 Juli 1762. Hij was de zoon van Augustinus en Petronella Kessel en werd Jezuïet 28 Sept. 1702. Reeds vóór de Compagnie van Ostende werd opgericht, schijnt het in de bedoeling van Karel VI gelegen te hebben, jaarlijks enkele koopvaarders naar Oost-Azië uit te rusten en geregeld Jezuïeten als aalmoezeniers mee te zenden, die dan wellicht gelegenheid zouden vinden in het Chineesche rijk door te dringen. Zoo werden in 1718 Herman v.d. Clooster en de Maastrichtenaar Joannes Membrede aangewezen, om op een schip uit Ostende de groote reis mee te maken. In Juli van hetzelfde jaar bereikten zij Canton, maar slaagden er niet in, zich in China te vestigen. Na zijn terugkeer kwam v.d. Clooster te Amersfoort en arbeidde er in de zielzorg tot aan zijn dood. Hij was de laatste, die de Amersfoortsche Jezuïeten-statie bediende, welke sinds 1631 door leden dier orde verzorgd was. Bij zijn dood werd door de Staten van Utrecht het verblijf aan een Jezuïet te Amersfoort ontzegd. Een latijnsche jubelzang, hem door zijn mede-missionarissen 4 Oct. 1751 aangeboden, is gedrukt.
Zie: Archief Aartsbisd. Utr. XIII, 433-41; XIV, 35-37; XVIII, 116; Visschers, Onuitgegeven brieven van eenige paters der Societeit van Jesus (Arnhem 1857) 169; Sommervogel, Biblioth. d.l. Comp. de Jésus VIII, 356 i.v. ‘Utrecht’.
van Miert