Moll, die 12 Juli 1880 overleed. Behalve de waarneming van eene uitgebreide praktijk namen andere betrekkingen zijn tijd in beslag. Als geneesheer van het Burgerweeshuis (Jan. 1822 - Jan. 1849) voerde hij daar de afzonderlijke verpleging van kinderen lijdende aan besmettelijke ziekten in. Als geneesheer van het krankzinnigengesticht (van 1841 af) was hij tot heil der patiënten werkzaam door het afschaffen der dwangmaatregel, het vastleggen in boeien, waardoor de behandeling eene zeer belangrijke wijziging onderging. Van 1847 af trof hij eene schikking met het bestuur der geneeskundige school, waardoor 2 der meergevorderde leerlingen in de gelegenheid werden gesteld hem te vergezellen bij zijne bezoeken in het krankzinnigengesticht en daardoor eenige kennis op te doen omtrent de behandeling dier patiënten. Als lid van de Commissie van geneesk. onderz. en toevoorzicht, van het Genootschap tot bevordering der koepokinenting, van de Maatschappij tot bevord. der nijverheid, als voorzitter van de Maatschappij ter zake van drenkelingen en mede-oprichter (1852) van de Inrichting van doofstommenonderwijs heeft hij zich zeer verdienstelijk gemaakt in het belang zijner stadgenooten. Van nagelaten geschriften is alleen bekend: Verslag van het krankzinnigen gesticht te Rotterdam (Rott. 1841).
Simon Thomas