overtuigen als later door zijne acht brieven in De Zuid Afrikaan, toen het voornaamste Hollandsche nieuwsblad van Zuid-Afrika, die hij 31 Mrt. aanving en later afzonderlijk uitgaf en waarin hij betoogde, dat de kolonie geen theologische kweekschool behoefde, de poging om haar te stichten en in stand te houden waarschijnlijk mislukken en haar bestaan voor de kerk niet weldadig maar veeleer schadelijk zijn zou. De daaruit voortgevloeide pennestrijd o.a. met zijne oud-leerlingen, N.J. Hofmeyer, toen nog predikant te Calvinia, en J.H. Neethling, predikant te Prince Albert, die later eveneens hunne opstellen in een bundel vereenigden: Bezwaar tegen bezwaren of Dr. A.N.E. Changuion weerlegd. Serie van Brieven in het licht gezonden door Ds. N.J. Hofmeyer, predikant te Calvinia, Dr. J.H. Neethling, predikant te Prince Albert en J.M. Brink bezorgde hem veel verdriet en was, naar ik vermoed, ook de oorzaak, dat hij acht jaren later eene vertaling gaf, van het boekje van den lateren hoogleeraar Dr. E.J. Diest Lorgion, een der laatste vertegenwoordigers der Groninger school: De predikant te Vliethuizen, waarin de schrijver betoogt, dat men het echt wetenschappelijk onderzoek der bijbelboeken niet ook maar eenigermate aan banden behoorde te leggen, omdat van zulk een onderzoek geene nadeelige gevolgen te wachten zijn, daar de vrucht altijd zal wezen, dat dwaling meer en meer wordt uitgeroeid en de waarheid beter gekend wordt, daar Changuion in de voorrede verzekerde dat hij was ‘desirous, of seing justice done to the church to which he belonged, which bas bein systematically maligned and reviled by the champions of would-be orthodoxy.’
Beter slaagde hij, toen hij deelnam aan de beweging, die 20 Sept. 1849 onder de ingezetenen van Kaapstad ontstond bij de tijding, dat de Britsche Regeering, zonder zich om de protesten der bevolking en de vertoogen van den gouverneur, Sir Harry Smith, aan den Minister van koloniën Earl Grey, te bekommeren, haar voornemen om van de Kaapkolonie eene strafkolonie te maken had uitgevoerd en in de ‘Neptune’ een aantal der veroordeelden was aangekomen. Hij leidde de vergadering der protesteerenden, op de Parade te Kaapstad, waar men besloot om de winkels te sluiten, de landing van het schip te beletten, en zoolang dit zich in de haven bevond, noch met de Regeering of met eenig Regeeringsambtenaar eenige gemeenschap te hebben, en had de voldoening, dat in Februari van het volgende jaar het schip last ontving om naar Tasmania te vertrekken.
Changuion was gehuwd met Magdalena Elisabeth Faure, die 15 Maart 1890 overleed.
Men zie over hem: Ons Tijdschrift VIII, 193, waarin ook zijn portret voorkomt; Holland Zuid-Afrika VI, no. 6; Kestell, Het leven van N.J. Hofmeyer 13, 65; Elpis I, 246, 250, 254 276, 290; IV, 165. Zijne geschriften vindt men vermeld bij Mendelssohn, South African Bibliography.
de Savornin Lohman