[Burman, Nikolaas Laurens]
BURMAN (Nikolaas Laurens), zoon van den voorg. en Adriana van Buuren geb. te Amsterdam 27 Dec. 1733, ald. overl. 11 Sept. 1793; studeerde eerst te Amsterdam, onder zijn vader, en werd 1 Sept. 1752 te Leiden ingeschreven, waar hij in de natuurkunde onder Musschenbroek, en in de geneeskunde onder de twee Albini, Gaubius en de twee van Roijen's studeerde. 1759 promoveerde hij er tot Med. Dr. op een Specimen botanico-inaugurale de Geraniis. Daarna maakte hij een studiereis naar Zweden, en werkte o.a. onder Linnaeus te Upsala. In 1769 werd hij naast zijn vader tot prof. in de botanie te Amsterdam benoemd. Sedert 1781 was hij er Inspecteur collegii medici. B. was lid van tal van binnen- en buitenlandsche geleerde genootschappen, o.a. van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Hij was 2 Sept. 1770 gehuwd met Anna Maria Verkolje (7 Juni 1753 - Oct. 1810)
B. gaf uit: Flora Indica, cui accedit series zoöphytorum Indicorum nec non Prodromus Florae Capensis (‘vooral belangrijk omdat dit werk het eerste was, waarin de Linnaeaansche nomenclatuur werd toegepast’ Sirks l.l. 81); Diss. de Heliophila in Nova Acta Soc. Upsal. I (1773); Florula Corsica Allioni aucta ex seriptis D. Jaussin in Nova Acta Acad. Naturae curiosorum IV. Ook werkte hij mede aan de Pharmacopaea Amstelodamendis nova.
De Univ. Bilbl. te Leiden bezit een bundel minuten van brieven van hem aan buitenl. geleerden. Brieven van hem zijn uitgegeven door H.C. van Hall en door J.G. Burman Becker: Epistolae Burmannorum ad amicos (Copenhague 1873).
Zie: van Lennep, Illustr. Amstelod. Athenaei memorabilia 201, 219, 227-255, 259; Alg. Konst- en Letterbode 1793, II, 298; J.G. Burman Becker Notices hist. et généal. sur la famille Burman 16; Rumphius-Gedenkboek (1901) 200. Over zijn vrouw zie Dietsche Warande 1876, 17.
Molhuysen