[Buma, Wybe Bernhard]
BUMA (Wybe Bernhard), jongste zoon van Bernhardus B. en Roline Maria Hora Siccama (kol. 342), geb. te Leeuwarden 7 Maart 1807, overl. op Bornia-State te Weidum 8 Apr. 1848, studeerde te Groningen (ingeschr. 18 Sept. 1824) en promoveerde er 23 Juni 1830 in de rechten op diss. de Animo possidendi ad acquirendas servitutes rusticas, per longi temporis praescriptionem, requisito in domino praedii dominantis, secundum Jus Romanum (Gron. 1830); vestigde zich toen als advocaat te Leeuwarden; werd in dat jaar waarnemend griffier van het vredegerecht Dronrijp, en in 1831 griffier van de beide vredegerechten te Leeuwarden, doch volgde in 1834 zijn vader als grietman van Baarderadeel op. Van 1840 tot 1844 was hij lid van de Tweede Kamer. Bij zijn echtgenoote, Joanna Elisabeth baronesse van Haersolte, had hij twee zoons en drie dochters.
Zie: Baerdt van Sminia, Naaml. van Grietm. 24 en 25; Stamboek van den Frieschen Adel II, 292 noot 34; Album Studiosorum Acad. Groninganae 278, 525.
Molhuysen