[Buffelaer, Adriaan]
BUFFELAER (Adriaan) gest. 1580. Aanvankelijk was hij als kanunnik verbonden aan de collegiale kerk van Sinte Marie te Geervliet, maar werd krachtens beschikking der oprichtingsbulle van het diocees Haarlem lid van het Kathedraal kapittel aldaar en 1 Mei 1571 door Godfr. van Mierlo in het bezit van zijne prove gesteld. Op de tweede synode van Haarlem was hij als kanunnik tegenwoordig en werd bij die gelegenheid krachtens de bepalingen van het Concilie van Trente (Sessio XXV, de reformatione C. 10) benoemd tot ‘judex delegatus’. Met de komst van Ruichaver en Ripperda binnen Haarlem (25 Juli 1572) schijnt hij, zoowel als de bisschop zelf en de deken van het kapittel, uit de stad te zijn weggevlucht. Volgens een bericht bij Ampzing waren zoowel Buffelaer als Lestanier ooggetuigen van den moord te Naarden (1 Dec. 1572). Na de overgave van Haarlem (12 Juli 1573) moet hij naar Haarlem teruggekeerd zijn. Het eenige, wat wij overigens thans van hem weten, bestaat hierin: dat hij de eerste onder de Haarlemsche kanunniken is geweest, die in 1579 alimentatie aanvaardde van de Staten van Holland in ruil voor afstand van zijne prebende; dat hij in dat jaar naar Geervliet is getrokken om er reeds in 1580 te sterven. Wijl de confiscatie der kapittelgoederen van Haarlem eerst volgens accoord van 24 April 1581 heeft plaats gehad, moeten wij uit deze resignatie opmaken, dat de Staten reeds vóór die verbeurdverklaring zich hebben gemengd in het beheer der kapittelgoederen. Werkelijk lezen wij in de ‘Acta Capituli’ dat de Staten in den zomer van 1580 een inventaris van die kapittelgoederen trachtten te verkrijgen, toen echter nog te vergeefs.
Over hem: Bijdr. bisd. Haarlem I, 12, 22; X, 3, 7; Bat. Sacra, 316, 317; Ampsing, Beschr. der stad Haarlem 178.
Hensen