[Bruyn, Gualtherus de]
BRUYN (Gualtherus de), geb. te Amersfoort 1 Mei 1618, overl. te Utrecht 7 Juli 1653; promoveerde 1640 te Utrecht tot Phil. Dr. op diss. De Mato, et co quod invitum, quodque spontaneum est, et de motu siderum. In 1641 werd hij tot predikant te Hagenstein en drie jaren later te Utrecht beroepen. 25 Jan. 1653 aldaar tot Theol. prof. benoemd, deed hij 6 Febr. 1653 zijn intreerede de Moribus Theologi, nadat hem drie dagen te voren de graad van Doctor in de Godgeleerdheid was verleend, bij welke gelegenheid hij eene verhandeling in het licht gaf: De duobus Faederibus divinis. Hij overleed reeds hetzelfde jaar. Hij schreef; Dissertationes Academicac de Scriptura Novi Testamenti adversus Simonem Episcopium; Duae Dissertationes Academicae ad Historiam de conceptione Christi.
Zie: Burman, Traject. ernd. 34: Glasius, Godgel. Nederl. i.v.
Molhuysen