Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 296]
| |
kunde te Leiden en 19 Apr. 1806 promoveerde hij op eene Dissertatio de multiplici emeticorum in medicina usu. 24 Nov. 1817 aanvaardde hij het hoogleeraarsambt in de geneeskunde en medicina forensis aan het Athenacum te Amsterdam met het houden eener redevoering: De una atque sola via, pro hodiernis artis medicinae incrementis tum ad artificis solertiam tum ad artem ipsam amptificandam rite ineunda (Amst. 1818). In 1837 werd hij lid van de provinciale geneeskundige Commissie voor Noord-Holland. Reeds in 1842 moest hij echter om gezondheidsredenen ontslag vragen uit zijne betrekking en toen hij kort daarop overleed, werd er van hem getuigd, dat men in hem een geacht leermeester had verloren. Hij was gehuwd met Wilhelmina Augusta Catharina Lochmann von Königsfeldt. Bibliographie: A.F. Hecker, De geneeskunde op hare wegen tot zekerheid, of de theoriën, stelsels en geneeswijzen der artsen, sedert Hippocrates tot in onze dagen (Uit h. Hoogd. Haarl. 1809); C.W. Hufeland, Aard, verloop, toevallen en genezing der zenuwkoortsen, zooals ze zich in den winter van 1806-7 in Pruissen verloonden (Uit h. Hoogd. vert. en verm. Amst. 1809); A.F. Hecker, De zenuwkoortsen beschouwd zooals zij in Berlijn in den winter van 1807-8 heerschten (Naar h. Hoogd. Amst. 1810); A.F. Hecker, De natuur- en geneeswijze der rotkoortsen beschouwd (Uit h. Hoogd. Amst. 1810); Onderzoek omtrent raauwheid, koking en ziekte-scheiding in den geest der ouden, ten geteide eener nieuwe voorstelling der leere van de ziekte-scheidingen enz. van A.F. Hecker (Amst. 1811); C.A.F. Kluge, Proeve eener voorstelling van het diertijk magnetisme als geneesmiddel (Uit h. Hoogd., m. bijv. Amst. 1812); C.W. Hufeland, Onderzoek aangaande zenuwkoortsen en typhus (Uit h. Hoogd. Amst. 1814); G.W. Consbruch, Handboek der algemeene ziektekunde (N.h. Hoogd. Amst. 1817); Memoria Andreae Bonn (Amst. 1819); Verhandeling over den radix Ratannhiae, benevens proeven met dez. genomen, met G.F. Rynders en H. de H. Lemon (Amst. 1819); I.N. Rust, De Egyptische oogontsteking onder de koninkl. Pruissische bezetting in Mainz (Uit h. Hoogd. Amst. 1821); Feestviering ter huldiging van E. Jenner ... v.w.h. Genoots. Arti Salutiferae (Amst. 1823); Voorloopige brief aan den schrijver van de bestrijding der vaccine, en de vaccine enz. (Amst. 1823); Bedenkingen over het zien der slaap- of nachtwandetaren, alsmede over het dierlijke magnetismus (Amst. 1828); Overzicht der geneesmiddelen gerangschikt naar derz. natuurl. en voor de praktyk meest geschikste verdeelingen (Amst. 1830); Wenken voor het niet geneeskundig publiek met opzicht tot de chotera (Amst. 1831); Bijdragen tot bevordering van de kennis aang. de, het westelijke gedeelle van Europa bedreigende cholera. Bijeenverz. en uitg. (2 st. Amst. 1831); Bouwstoffen voor het contagieuse der Asiatische cholera met een brief aan C.G. Ontijd (Amst. 1832); (Deze brief ook afzonderlijk, Amst 1832); Iets over de hermaphrodiet Maria Dorothea Derrier, in Tijds. v. Natuurl. Geschiedenis II, 1836; J.A. Wendt, Aanteekeningen over de Scarlatina, getoetst aan eigen ervaring (Amst. 1836); Algemeene pathologie (Amst. 1836-37; Handschrift); R. d'Amador, De ontleedkundige ziektekunde, hare strekking en grenzen en den algemeenen invloed, dien zy op de geneeskunde heeft uitgeoefend (Uitg. Amst. 1839); Over het onwettige en op het academisch praerogatief inbreukmakend voorstel, om de, in de vakken der geneesk. gegradueerde of gepro- | |
[pagina 297]
| |
moveerde doctoren aan een nader examen te onderwerpen. Briefsgewijze medeg. aan D.J.A. Arntzenius (Amst. 1842); De inwijdingsrede van Herm. Boerhaave ter aanprijzing van de beoefening der Hippocratische leere.... bij gelegenheid van zijne 25 jarige verbintenis aan het Athenaeum uitg. (Amst. 1842); Geneeskundige bijdragen van gemengden inhoud, 1ste ged. (Amst. 1842); Catalogus bibliothecae medicae, quam sibi comparavit (Amsterdam 1843). W. van Senus heeft zijn portret gegraveerd, L. de Koningh gelithografeerd. Simon Thomas |
|