[Brandeler, Mr. Johan van den (2)]
BRANDELER (Mr. Johan van den) (2), geb. te Dordrecht 29 Maart 1756, overl. aldaar 2 Febr. 1820, was de zoon van den volg. en Maria Catharina van der Burch. Hij promoveerde te Leiden in 1776 tot meester in de rechten, en trad op als advocaat te Dordrecht. Hij werd vervolgens lid van het College der Veertigen, der Achten en van den Oudraad (1783), en was lid van de Rekenkamer van Holland 1787-90, Baljuw van de Beiërlanden 1787-95, en Schout of Hoofd-Officier van Dordrecht 1790-95. Zijn trouw en gehechtheid aan het Huis van Oranje, de diensten, die hij in de jaren 1793-95 aan de dynastie bewees, waren oorzaak, dat hij tijdens de omwenteling in begin 1795 gevaar voor zijn leven liep, en men trachtte zijn huis te plunderen. In 1813 stelde hij zich onder de eersten aan het hoofd der beweging ten gunste van het Huis van Oranje. Hij was gehuwd met Alida Petronella van Nievelt, uit welk huwelijk vijf kinderen geboren werden.
Zie: Het Geslacht van den Brandeler ('s Grav. 1879).
van Dalen