Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 248]
| |
land, Delfland en Schieland opdraagt (v. Mieris, Groot Charter-boek IV, 550. Vgl. Regestentijst voor Rotterdam en Schieland 603). Op denzelfden tijd (± 1421) komt daar ook Gerrit v. Boschuysen voor (als mede-kapitein van Woerden); zijn moeder was Beatrix, dochter van Dirk v. Swieten. Hij zelf was gehuwd met Machtild van der Maalstede (in Zeeland), bij wie hij een gelijknamigen zoon kreeg. Laatstgenoemde huwde Lijsbeth van Noorde, welke hem twee zoons schonk: Willem en Jacob (kol. 245). Deze Willem werd kastelein van Woerden, daarna (1489) baljuw van Rijnland (Cost. v. Rijnland 54). Met 400 gewapenden in 1481 door den Stadhouder v. Holland aan bisschop David te hulp gezonden, woonde hij den 13den Oct. van dit jaar het gevecht aan de Vaart bij. Ook hij behoorde, mede blijkens Gouthoeven, Chron. 527, tot de gevangenen der Utrechtschen, doch werd later gelost (Burman, Utr. Jaarb. III, 517 en 521, die hem ter eerstvermelde plaatse ten onrechte Jacob noemt. Zie aldaar. Dit schijnt nagevolgd door v. Asch v. Wyck in Tijdschr. v.d. Monde V, 96. Vgl. V, 127). In het volgend jaar hielp hij den stadhouder bij het neerwerpen van de sloten te Harmelen en ter Haar (Hist. Gen. Ber. IV, 215) en ook later heeft hij, evenals andere leden zijner familie in dezen tijd blijkbaar voorgoed Kabeljauwsch geworden (vgl. trouwens Orlers, Beschr. v. Leiden III, 417), zich ten zeerste onderscheiden. Vooral in 1489 kwam dit uit bij gelegenheid van den aanval op Rotterdam door de Hoekschen, toen hij dezen een aanslag op Schiedam deed mislukken (v. Mieris, Hist. der Ned. Vorsten I, 215). Hij overleed in 1518, dertien jaar na Lysbeth Coppier van Calslagen, uit het huwelijk met welke vrouw drie zoons en twee dochters geboren worden, t.w.: 1o. Willem, geh. met Maria van Kerkwerve en bij haar vader o.m. van Lieven, eens de echtgenoot van Catharina van der Gracht, uit wie drie kinderen geboren werden n.l. Lieven, mogelijk een van de hooge Heemraden v. Rijnland (1553). (Handv. en Priv. v. Rijnland 278) en Jan, beiden kinderloos overleden en nog een dochter, Maria, die kinderen schonk aan haar echtgenoot François van Lanskroon, een Utrechtsch edelman evenals Jan v.L. (over wien o.m. Tijdschr. v.d. Monde VI, 40; 122; VII, 292). Behalve van Lieven waren Willem v.B. en Maria v. Kerkwerve de ouders van Willem, ongeveer 1561 woonachtig te Zierikzee, Jacob, Caspar en Balthasar; 2o. Gommer, die zijn vader als baljuw v. Rijnland opvolgde en in 1514 kinderloos is overleden; 3o. Maria, in 1519 gestorven, zonder kinderen te hebben gekregen uit haar huwelijk met Allard Suys, den zoon van Pieter; 4o. Cornelia, gehuwd met Cornelis Haak. Hun zoon Pieter werd baljuw v. Middelburg; 5o. Jacob (kol. 245). Literatuur zie bij volg. art. Kooperberg |
|