[Bosch, Bernardus de (2)]
BOSCH (Bernardus de) (2), zoon van Jeronimo de B. (1711-1779) en Catharina van der Heyden, broeder dus van den volgende en van Jeronimo (3), 31 Aug. 1742 te Amsterdam geb. en 20 Juli 1816 ald. overl. Als beminde naamgenoot bracht hij zijn kinder- en jongelingsjaren meest ten huize van zijn oom door, in wiens woning hij in aanraking kwam met de aanzienlijkste letterkundigen van dien tijd, terwijl zijn grootvader, vader en oom den jongeling smaak voor schilder-, teeken- en prentkunst inboezemden. Zijn hoofdliefhebberij was de kunst, al werden de letteroefeningen geenszins door hem veronachtzaamd. Hierdoor toch was het, dat hij de pleegvader en verzorger werd van Pieter Nieuwland, wien hij ten zeerste aan zich heeft verplicht. Aan die liefde tot de fraaie kunsten en letteren, welke de Bosch bezielde, had men menige schoone verhandeling te danken, door hem in onderscheidene letterkundige genootschappen gehouden. Alom bekend was zijn uitmuntende verzameling van schilderijen, teekeningen en prenten, die hij gaarne zooveel mogelijk ten algemeenen nutte aanwendde. Zijne woning was een vergaderplaats voor allen die de kunst liefhadden. Hij overleed kinderloos. Men heeft van hem: Redevoering en Verslag, btj gelegenheid van de eerste prijsuitdeeling door de Maatschappij der Teekenkunst (1807).
Hij was gehuwd met Christina Susanna de Vries.
Zie: Vaderl. Hist. ten verv. op Wagenaar, XXVIII, 168; Algem. Konst- en Letterbode 1817, I. 51-54; Blaupot ten Cate, Geschied. der Doopsgez. in Holl., Zeel., Utr. en Gelderl. II, 130, 155; Mnemosyne 1820, 72.
Zuidema