[Bonten, Ida]
BONTEN (Ida), geb. te Dordrecht 13 Juni 1813, overl. te Leiden 1 April 1869; dochter van Engel Bonten en Maria van Asperen; zij huwde met P. Los Gzn., die eerst boekhandelaar te Dordrecht was en daarna predikant bij de Gereformeerde gemeente te Leiden. Zij schreef, onder het pseudoniem Johannes, gedichten, novellen enz. Toen een ander schrijver zich van denzelfden schuilnaam bediende, schreef zij onder haar eigen naam in verschillende tijdschriften. Van haar hand zagen het licht: bijdragen in De Leidsman der Jeugd (Dordr. 1840-44); Maria en Martha en In Moeders schoot; Lief en leed (2 dln. Dordr. 1851; 2e dr. Amst. 1852); Lichtpunten en Schaduwzijden (Alkm. 1851); Een jaar Levens (Alkm. 1852); Levensstormen, Herinneringen aan den rand des Grafs (Haarlem 1852); Blikken in de hut van Oom Tom (Dordr. 1853).
van Dalen