[Blijenburgh, Adriaen van (2)]
BLIJENBURGH (Adriaen van) (2), geb. te Dordrecht 1510, overl. aldaar 1573, was de zoon van Adriaen (1) van Blijenburgh en Christina van Slingelandt (zie hiervoor). Hij was heer van Schobbelandsambacht, en waardijn van de Munt van Holland. In 1549 werd hij schout van Dordrecht, maar niet meer gezind 's konings bloedplakkaten te helpen uitvoeren, legde hij in 1571 zijn ambt neder. Dat hij in hoog aanzien stond, bewijst dat hij wegens Dordrecht te Brussel tegenwoordig was bij den afstand van Keizer Karel V. Hij was 1o. gehuwd met Clara Bogaert Mr. Gerards dochter, en daarna met Anna Ido, wed. van Hugo Cool. Uit zijn eerste huwelijk had hij vier kinderen. Zijn portret en dat van Clara Bogaert, door onbekende, vindt men in het Rijksmuseum, terwijl beiden voorkomen op een altaarstuk aldaar, voorstellende in het midden een marmeren bas-relief, gevat in sierlijke omlijsting van gesneden eikenhout (blauw met verguld), waarvoor twee marmeren zuiltjes. Dit bas-relief stelt voor Christus met de twee moordenaars aan het kruis, daarboven in het tympanon de Alvader in de wolken. Op de linkerdeur binnenzijde Adriaen van Blijenburgh, geknield voor een tafel met een groen kleed, zijn vijf zonen, waarvan drie overleden, achter hem. Op de rechterdeur Clara Bogaert, geknield bij een tafel met een groen kleed, met hare beide dochters. Boven de groepen staat links: Deus propitius esto, rechts: God weest onzer genadich. Op de buitenzijden der deuren staan de wapens der hoofdpersonen met opschriften: Gratias Deo Agite en Danckt Godt Altijt.