[Blussé, Abraham (1)]
BLUSSÉ (Abraham) (1), geb. te Dordrecht 16 Febr. 1726, overl. aldaar 4 Febr. 1808, was de jongste zoon van Pieter Blussé en Elisabeth van Hattem. De oudste zoon van dit echtpaar had geen nakomelingen. Hij huwde: 1o. 20 April 1747 met Cornelia Fallaré, overl. 6 Juni 1775; 2o 11 April 1776 met Cornelia Pot, overl. 27 Febr. 1803. Met beide vrouwen viel hem het voorrecht te beurt zijn zilveren huwelijksfeest te mogen vieren. Uit zijn eerste huwelijk liet hij een zoon en een dochter na. In 1745 vestigde hij te Dordrecht een boekverkoopers- en uitgeverszaak, later onder de firma Abraham Blussé en Zoon en maakte als hoofd daarvan naam door het uitgeven van groote en belangrijke werken, als een vertaling der Histoire Naturelle van den graaf de Buffon (38 dln.), Beschrijving Van Handwerken (24 dln.) de geschriften van Dordtsche predikanten als J.H. van den Doorslag, P. Bosveld en E. Kist. Sedert April 1797 gaf zijn firma de sinds Dec. 1789 verschijnende Dordrechtsche Courant uit, waarvan zijn kleinzoon Abraham Blussé de Jonge (2) (die volgt) redacteur was. Tot op heden is de firma Blussé en Comp, later de N.V. Dordrechtsche Drukkerij- en Uitgeversmaatschappij, uitgeefster van dit dagblad gebleven.
Blussé heeft ook verzen geschreven, voor een deel gelegenheidsverzen voor familie en vrienden, maar ook enkele, die hij voor het algemeen verkrijgbaar stelde. Van de eerste heeft men Herdersen Veldzangen, Huwelijkszangen en Mengeldichters, versierd met vignetten van den Dordtschen teekenaar Dirk Kuipers.
Zijn voornaamste gedichten zijn: Eerspoor aan de Nederlanders, ter verdediging van hunne Vrijheid en Zecvaardij (Dordr. 1781); Eerkroon op de hoofden der doorluchtige staetsmannen, burgervaderen, zeehelden en andere personaedjen, die het Nederlandsche Gemeenebest, door getrouwe diensten