[Blauhulck, Jan Simonsz]
BLAUHULCK (Jan Simonsz), geb. te Enkhuizen vóór 1581, begr. ald. 16 Jan. 1640, zoon van Simon Jacobsz. en Ebel Jansdr. (zie onder).
Hij was te Enkhuizen brouwer en groot reeder, commissaris echten staat, weesmeester, schepen, raad en vroedschap, bewindhebber Noordl. Comp. van Spitsbergen 1615, equipagemeester en comm. generaal der monstering te water en te land 1611, bewindhebber O.I.C. (eed 5 Juli 1631). Hij huwde: 1o. te Enkhuizen 21 Aug. 1601 met Edel Dirksdr. Proost en 2o. ald. 7 Sept. 1614 met Griet Reinersdr. Guldenstein. Hij komt talrijke malen voor als kooper en verkooper van schepen, huizen en land, en bezat in 1630 vier huizen, eene brouwerij en veel land te Enkhuizen. Hij woonde in 1614 op den Nieuwen Dijk en later in de Paktuinen vermoedelijk in het huis met opschrift ‘Die Benijdt een ander sijn Profijt, die quelt zijn Vleesch en Verslijt sijn Tijt.’ Hij was een groot liefhebber der historie en liet gedenkschriften na, die o.a. aan Brandt tot bouwstof hebben gediend bij zijne Historie van Enkhuizen (1666); hij werd in 1628 en 32 genoemd in Privilegie-acten Semeijns. Zijne dochter Aefmoer Jansdr. trouwde 30 Apr. 1634 met Simon Dirksz. Roodtvelt gesegt Semeijns (II kol. 1314).
Zie: Brandt, Historie van Enkhuizen; Memoriael van Weesmeesteren; Pars, Naamrol van Batav. en Hollandsche schrijvers 150; Familiearchief Semeyns.
de Vries van Doesburgh