[Bils, Lodewijk de]
BILS (Lodewijk de), heer van Coppensdamme, Boonem etc., geb. te Amsterdam ongeveer 1624, overl. 1671, waarschijnlijk uit een vlaamsche familie, heeft nooit aan een universiteit gestudeerd, was liefhebber op anatomisch gebied. Hij heeft veel anatomische praeparaten gemaakt en in 1651 een verzameling daarvan aan prof. van Horne te Leiden geschonken, die hem beloonde met een getuigschrift, waarvan door de Bils een ruim gebruik tot reclame gemaakt werd, zoodat hij met van Horne ruzie kreeg. De Bils beweerde ontdekt te hebben, hoe men lijken door een bizondere bewerking jaren lang kon bewaren met natuurlijke kleur en vorm, en toen hij in 1659 een handelscompagnie wilde oprichten, die zich ten doel stelde om een 50 tal lijken te praepareeren, liet hij het getuigschrift van van Horne er bij afdrukken. De zaak mislukte, maar toch schijnt het hem gelukt te zijn aan de universiteit te Leuven zijn behandelingswijze te verkoopen voor de som van 25000 gulden; toen de door de Bils daarbij geleverde lijken spoedig in ontbinding overgingen, wilde de faculteit het geld terugvorderen, maar de Bils was reeds geheel aan lager wal, zoodat de faculteit van zijn voornemen afzag. Telkens van woonplaats verwisselende, heeft hij in Zeeland en ook in den Bosch gewoond, waar hij door een lijkschouwing het bedrog met het lijk van de abdis Maria de Valckenisse aan het licht bracht. Hij stierf in 1671 als honorair professor bij het athenaeum te 's Hertogenbosch, waar hij 3 Jan. 1669 toe benoemd was, op dat oogenblik baljuw van Aardenburg zijnde. Het wapen van de Bils komt voor op het herinneringsbord in de anatomie te Leiden, waarvan reproductie in Janus 1907.
Zijn werken zijn: Vertooch van verscheyde anatomische Stucken (aan het theatrum anat. te Leiden geschonken) (A'dam 1655); Waarachtig gebruik der tot noch toe gemeende gylbuis beneffens de verrijzenis der lever, aan L. Jordaan (Roter. 1658); Anatomische beschrijving van een wanschepsel, ontleed door de Bils, gesonden door F. de Raet aan