hydrographische kaart, groote aanslibbing in den loop der jaren bewezen. Bij raadpleging van zijn zwager, den ingenieur J. van der Toorn, raadde deze, zonder twijfel te goeder trouw, het bevorderen van de landaanwinning op de Friesche wadden door den aanleg van een dam tusschen Ameland en den vasten wal met aandrang aan.
In 1867 gaf van Berkhout eene brochure tot aanprijzing van dit denkbeeld uit, en in 1869 werd de maatschappij tot landaanwinning op de Friesche Wadden opgericht, waarvan hij tot directeur, en Kielstra tot ingenieur benoemd werd.
Bij Koninklijk Besl. van 16 Oct. 1869 werd aan de maatschappij concessie voor haar werk verleend, en voor zooveel noodig werd deze bekrachtigd bij de wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad No. 130). Toen men eenige jaren gewerkt had, bleek het, dat het werk zeer tegenviel, en werd bij den Staat om hulp aangeklopt; deze werd verleend bij de wet van 28 Maart 1877 (Staatsblad No. 38). De Staat zou ƒ 2.000.000. subsidie en nog ƒ 2.000.000 voorschot geven. Verder gaf ook Friesland ƒ 200.000 subsidie. Het voorschot werd later aan den Staat terugbetaald.
Berkhout ging in eene keet bij Nes op Ameland wonen en wijdde zich geheel aan dit werk. De afsluitdam kwam in 1879 geheel tot stand, en de aanwas, die gevolg van zijn aanleg was, strekte zich in 1886 langs de Friesche kust over 3000 Meter ten westen van den dam uit, terwijl er reeds eene laag van 1 Meter meest vette klei was aangeslibt. Maar de stormen van 14 Oct. 1881 en 30 Apr. 1882 deden drie gaten in den dam ontstaan, die te zamen 300 Meter lang waren en tot 6 à 8.30 Meter onder laagwater reikten. Zij werden in den zomer van 1882 met groote kosten hersteld, het grootste gat evenwel slechts tot laagwater. De storm van 24/25 Oct. 1882 vernielde dit werk. De regeering stelde in 1884 aan de Staten-Generaal voor om de maatschappij, die in het geheel voor den dam reeds ƒ 770.000 had uitgegeven, te gemoet te komen door overneming der werken, die van Rijkswege voor ƒ 730.000 voltooid en afdoende verdedigd zouden worden. De opbrengst der gronden zou later genoten worden evenredig aan hetgeen daarvoor door den Staat en door de maatschappij was uitgegeven.
Dit wetsvoorstel werd 10 Juni 1887 door de Tweede Kamer verworpen. Hiermede was aan het werk van de maatschappij een eind gemaakt.
Hoewel Berkhout veel ten koste legde in het belang der maatschappij, is hij toch een vrij bemiddeld man gebleven. Hij huwde op vrij hoogen leeftijd 2 Sept. 1885 Louise van Hoboken, geb. 5 Mrt. 1846, die reeds 29 Sept. 1886 overleed. Zij hadden eene dochter.
Men heeft van hem:
De landaanwinning op de Friesche Wadden, (Zwolle 1867); Idem (Deventer 1869), een woord naar aanleiding van een Gids-artikel over dit onderwerp van T.J. Stieltjes; Idem, geschreven naar aanleiding van de in 1882 in den dam gevallen gaten (Deventer 1882).
Ramaer