[Berkhout, Paulus Teding van (2)]
BERKHOUT (Paulus Teding van) (2), geb. te Delft 22 Mei 1676, overl. aldaar 20 Mrt. 1757, zoon van Mr. Pieter T.v.B. (1) en Elisabeth Ruysch (kol. 135).
Hij werd ingeschreven 7 Juli 1695 als student in de letteren aan de Leidsche Hoogeschool en promoveerde te Utrecht 1 Juni 1700. Na voltooiing zijner studiën vestigde hij zich eerst te 's Gravenhage en daarna te Delft. Hij maakte vele reizen, vooral in de Zuidelijke Nederlanden. In Delft bekleedde hij achtereenvolgens de navolgende functies: Veertigraad 1713; havenmeester v. Delftshaven 1718-20; weesmeester 1722; schepen 1723-27; gedeputeerde ter vergadering van de Staten v. Holland 1728, 36, 40 en 44; weesmeester 1729; hoogheemraad van Delfland 1734; burgemeester 1734, 35, 38, 39, 42, 43, 46 en 47; ouderling van de Waalsche kerk (hij werd o.a. in 1737 met Ds. Maillard afgevaardigd naar de Synode te Maastricht) en bewindhebber der O.I. Comp. (Commissie van Bewindhebbers van de kamer Delft 2 Oct. 1783). Berkhout deed 5 Mrt. 1755 afstand van zijn bediening als bewindhebber ten behoeve van zijn neef Jan Teding v. Berkhout, terwijl hij in 1730 voor een benoeming tot hoofdofficier van Delft bedankte.
Hij bleef ongeh. en testeerde 1 Mrt. 1737 en 30 Mei 1744 voor not. François de Bas te Delft; 25 Mrt. 1757 werd hij in de Nieuwe kerk te Delft begraven.
Op het Rijksarchief te 's Gravenhage berusten van zijn hand: Korte Notulen van het verhandelde in de Vergadering van de O.I. Comp. ter kamer Delft 20 Juli, 11 Aug. en 8 Oct. 1744 en 19 Sept. 1747; Korte Notulen als voren in de Vergadering van de XVII, 17 Aug. - 5 Sept. 1744 en Korte Notulen als voren in de Vergadering van het Haagsch Besogne 1-26 Juni 1744 (Aanwinsten 1799 XVIII nr. 73). In het Familie-archief berust o.a. een reisbeschrijving in het Fransch op rijm van zijn verblijf in Frankrijk en Italie getiteld: Dialogue entre deux absents.
Morren