Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 64]
| |
Zijn eerste stuk, Hel-Vaert van Juno (1631), gaf hij later met eenige verbeteringen opnieuw uit als Prixus (1640), en droeg het op aan Tobias v. Domselaer. Hij zelf spreekt niet ten onrechte van zijn ‘lompe vaerzen’; hij voert geestverschijningen ten tooneele, en houdt van vreeslijkheden. In een versje vóór den Tolimond (1640) vermeldt hij, dit stuk reeds op zijn 18e jaar geschreven te hebben. Het waarschijnlijkst is het, dat hij dit schreef in den tijd van zijn eerste optreden ± 1631; dan zou hij ± 1612 geboren zijn. De 1e druk van zijn Clucht van Claes Klick is z.j., doch verscheen bij denzelfden uitgever als zijn Hel-Vaert, terwijl zijn latere stukken bij een ander zijn uitgekomen; daarbij staat op den titel ‘Gespeelt op d'oude Kamer In L. Bl., zoodat het waarschijnlijk vóór 1632, zeker vóór 1635 te stellen is, m.i. op ± 1631. In 1634 en 1635 schreef hij telkens een bruiloftsdicht; in 1634 een Klinckdicht vóór Krul's Eerl. Tytkorting en in 1635 schreef hij een sonnet voor M. Dz. Voskuyl's Don Carelvan Castilie met den Prins van Portugal. Dan vinden wij 't eerste weer in 1639 van hem de klucht van Droncke Goosen en Chimon, een treur-blij-eindend-spel. De klucht houd ik voor een 1en druk, waarmee zou kloppen, dat hij in een versje onder de Personagiën het heeft over de ‘Momisten’, zooals ook vóór den in 1640 verschijnenden Prixus. M.i. dichtte hij dus in zijn jeugd Hel-Vaert, Tolimond en Claes Klick; bij zijn hernieuwde werkzaamheid na de samensmelting van Kamer en Academie Chimon en Dr. Goosen en hernieuwde Hel-Vaert (Prixus). Dat er veel kritiek op zijn werk kwam, kan ons niet verwonderen, en zelf verweerde hij zich met zijn zinspreuk De Tijd Leert. Hel-Vaert van Juno (Amst. 1631); Echts-Eer-Dicht, Ter eeren den Eerw. Sr. Willem v. Weely .. Met de deughds. e. Eerbare Joffr. Anna ten Hoof [ondert. I.V.A. De Tijdt Leert] (Amst. 1634); Echts-Eer-dicht, Ter Eeren der E. Johannes Babtiste vande Velde ... Met de Deughts. en Eerb. Johanna van Moiale [ondert. De Tijdt leert], (Amst. 1635); Boertighe Clucht: van Claes Klick (Amst. z.j.); den 2e druk bij den Auteur verm., e. van veel fauten verbetert, Amst. 1640; Chimon, Treur-blij-eyndent-spel (Amst. 1639); Singende Klucht van Droncke Goosen (Amst. 1639); Prixus, Prins van Theben (verb. uitg. der Hel-Vaert) (Amst. 1640); Tolimond, Prince van Rodes (Amst. 1640). Zie: Kalff, Letterk. V, 172; te Winkel, Ontwikkelingsg. Litt. I, 382. C.H.Ph. Meijer |
|