[Andersen, Jörgen]
ANDERSEN (Jörgen), ook Georg Andriesz. genoemd, geb. te Tondern (Sleeswijk), trad in 1644 als sergeant in dienst der O.-I.C. en bezocht, na de reis naar Batavia gemaakt te hebben, zoowel Java, als de kust van Malabar en Voor-Indië. In 1646 vertrok hij van Suratte naar Mokka, Gamron (aan de Perzische golf), Ceilon en de kust van Koromandel en vervolgens naar Malakka en Japan. Op de terugreis over Formosa naar Batavia strandde het schip bewesten Macao en geraakte A. in October van laatstgenoemd jaar bij de oorlogvoerende Chineezen in gevangenschap. Na later in het gevolg van een Tartaarschen khan door China gezworven te hebben, mocht het hem eindelijk gelukken met een Perzischen tolk uit de slavernij te ontsnappen over Samarkhand naar Perzië, waar hij in het laatst van 1647 als konstabel in dienst trad van Sjah Abbas II. Hij woonde in 1649 een veldslag bij tegen den Groot-mogol nabij Kandahar en vroeg kort daarna zijn ontslag, waarna hij over Bagdad, Mosoel en Aleppo naar Alexandrette de terugreis aannam, en vervolgens Jerusalem en Damascus bezocht. Te Alexandrette teruggekeerd vertrok hij over Malta en Marseille naar Augsburg en Gottorp, waar hij 23 Nov. 1650 in dienst trad van den hertog van Holstein.
Zijne merkwaardige lotgevallen beschreef hij oorspronkelijk (met het journaal van Volqu. lversen) in: Orientalische
Reisebeschreibunge (Sleszwig, Joh. Holwein 1669); herdruk met de reis naar Perzië van Adam Olearius, Hamburg, 1696. Vertaling van J.H. Glazemaker, Amsterdam 1669 en 1670: De beschrijving der reizen van G.A. Deur O.I. en d'eilanden, deur Sina, Tartarijen, Persien, Turckijen, Arabien, Syrien, Palestina, Italiën en Duitslant, enz.
Zie: Tiele, Ned. Bibl. van L. en Vk. (1884) i.v.
Mulert