[Andel, Arnoldus Hugo van]
ANDEL (Arnoldus Hugo van), geb. 13 Aug. 1836 te Brielle, overl. 27 Aug. 1905 te 's Gravenhage, was de zoon van G. van Andel, notaris en S.G.J. Brocx. Hij volgde de lessen op het gymnasium te Tiel en werd 18 Sept. 1855 te Leiden ingeschreven als student in de geneeskunde, waar hij 7 Dec. 1861 promoveerde op een proefschrift: Bijdrage tot de kennis van den morbus Addisonii. 12 Nov. 1862 verwierf hij den graad van doctor in de heel- en verloskunde, na bijna een jaar te hebben doorgebracht in Weenen. Daarna vestigde hij zich te Brielle en 2 Apr. 1863 benoemd tot 2de geneesheer aan het krankzinnigen-gesticht te Zutfen, werd hij 29 Oct. 1863 aangesteld tot 1ste geneesheer. Ruim 21 jaar bleef hij in deze betrekking werkzaam. Door zijn afkeer van het gebruik van dwangmiddelen voor onrustige patienten, zijne groote toewijding en het doorzetten van ingrijpende veranderingen in de inrichting van het gebouw, slaagde hij erin langzamerhand het ouderwetsche gesticht te hervormen en te verbeteren. 14 Febr. 1884 werd hij benoemd tot geneesheerdirecteur van het rijks-krankzinnigen gesticht te Medemblik, nadat hij met Ramaer en van Capelle zitting gehad had in eene commissie, die met de hulp van Cuypers, architect der rijksgebouwen, gedurende bijna 2 jaar werkzaam was geweest aan de voorbereiding en oprichting van deze instelling. 22 Oct. 1889 benoemd tot inspecteur van het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankz. gestichten, wijdde hij zich met grooten tact aan deze veelomvattende betrekking.
17 Nov. 1871 richtte hij met anderen de Nederl. vereen. voor psychiatrie op en bij het 25-jarig bestaan van deze werd hij tot eere-lid benoemd, terwijl in een feestbundel, bij die gelegenheid uitgegeven, eene bijdrage van hem voorkomt, getit.: De krankzinnigen-kolonie te Dun sur Auron. 1903 gekozen tot lid der Staatscommissie, benoemd om een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop de verpleging dient geregeld te worden van ‘gevaarlijke krankzinnigen’, had hij een groot aandeel aan de samenstelling van het desbetreffende rapport.
Bibliographie: Een doorgeslikte vork verwijderd door abscesvorming in de maagstreek met opvolgende genezing in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1866, II, 53; Krankzinnigen-koloniën, Ibid. 1867, II, 67; Modelwoning voor de verpleging van krankzinnigen in huisgezinnen, Ibid. 1868, I, 65; Gijsbertus Johannes Luchtmans, Ibid. 497; Verwonding van de trachea, Ibid. 1870, II, 235; Een microcephaal of zoogen. aapmensch, Ibid. 1873, II, 89; Behandeling van acute manie, Ibid. 1874, II, 213; Waar moeten de krankzinnige misdadigers verpleegd worden? Ibid. 1878, I, 45; Levensbeschrijving van J.N. Ramaer, Ibid. 1887, II, 541; Les établissements pour le traitement des maladies mentales et des affections nerveuses des Pays- Bas, des colonies Neerlandaises et de la Belgique en 1900 (Avec carte. Leid. 1901).
Hij leverde jaarlijks in het Ned. Tijdschr. v. Geneesk. het Overzicht der beweging in de Nederlandsche krankzinnigen-gestichten. betreffende de jaren 1892-1903.