[Alewijn, Jacob Dirksz. (1)]
ALEWIJN (Jacob Dirksz.) (1), geb. te Amsterdam omstr. 1530, overl. te Harderwijk 26 Mei 1606, was wisselaar te Amsterdam en pachtte 15 Juni 1569 de munt te Nijmegen, die in 1584 naar Harderwijk werd verplaatst; op zijn grafsteen in de kerk aldaar heet hij ‘muntmeester van 't Furstendom Gelre ende graafschap Zutphen’. Uit zijn huwelijk met Margareta Jansdr. van Sloten (overl. 18 Mei 1618) sproten acht kinderen, waaronder Johan, die hem als muntmeester opvolgde, en Dirk (geb. te Nijmegen 1580, overl. te 's Gravenhage Oct. 1638), die lid der regeering van Harderwijk en gedeputeerde in de Staten van Gelderland en in de Staten-Generaal is geweest. Deze werd in 1623 door Lodewijk XIII geadeld. In den hem verleenden adelsbrief wordt melding gemaakt van de verdiensten van zijn grootvader Diderick de Haleuin, die in 1525 door Frans I voor Pavia tot ridder werd geslagen. Elias heeft echter aangetoond dat Jacob Dirksz. Alewijn een zoon was van Dirk Dirksz. Alewijn (en niet diens broeder, zooals de genealogie der familie opgeeft), overleden in Sept. 1573 als wisselaar te Amsterdam.
Bronnen: zie bij Abraham (2) en D.C. Meijer Jr., De familieportretten der Alewijns, in De Gids 1886. I, 326.
Breen