[Alewijn, Mr. Frederick (2)]
ALEWIJN (Mr. Frederick) (2), geb. te Amsterdam 18 Jan. 1737, overl. in de Beemster 10 Nov. 1804, was een zoon van Dirk (2), (kol. 31). Hij werd in 1757 te Utrecht als student ingeschreven. Van 1767 tot het uitbreken der Revolutie in 1795 was hij lid der Amsterdamsche Vroedschap en in 1789 en 93 Burgemeester. Ook was hij herhaaldelijk Schepen en bekleedde hij verscheidene andere ambten, o.a. dat van curator der Illustre School, terwijl hij in 1772 bewindhebber der O.I. Compagnie werd. Hij behoorde tot de negen vroedschapsleden, die in April 1787 door de Patriotten werden afgezet; in October werd hij weder hersteld. Hij huwde 1 Aug. 1758 te Haarlem Susanna Christina Huygens (1737-1767) en na haren dood, eveneens te Haarlem, 10 Apr. 1768, Barbara Maria Fabricius (1744-1805). Van de vijf kinderen uit het tweede huwelijk vestigde zich Mr. Frederik (1775-1817) te Hoorn, waar hij, door zijn huwelijk met Margareta Christina Opperdoes (1780-1844), de stamvader werd der familie Opperdoes Alewijn. Eene dochter Breghje Agatha (1777-1853) huwde, als weduwe van Mr. Abraham Pieter van Notten, 18 Juli 1801 met Mr. Pieter Alexander baron van Boetzelaer, den lateren Burgemeester van Amsterdam. Een zoon Willem volgt (kol. 33).
H. de Bosch vervaardigde op hem een Latijnsch lijkdicht.
Bronnen: zie bij Abraham (2).
Breen