en wiskundige kennis. Gedurende de jaren dat bisschop Metsius ook tevens abt van Tongerloo was, bestuurde hij als prior de abdij. Na de afscheiding der abdij van de bisschoppelijke tafel van 's Hertogenbosch, werd hij 2 April 1590 als tweede candidaat op den lijst geplaatst, waaruit de koning een nieuwen abt zou kiezen. Hoewel krachtige pogingen werden aangewend om hem tot de abtelijke waardigheid te voeren, werd toch de eerste candidaat, Nic. Mudsaerdts gekozen.
Van 1573 af tot aan zijn dood bediende hij als pastoor de parochie van Rethy. In een brief van 31 Oct. 1590, aanwezig in het archief van St. Pieter te 's Hertogenbosch, spreekt Marcus Votier, persona van Erp, met grooten lof van dezen voorbeeldigen en geleerden priester, met wien hij eenige jaren te Luik in ballingschap geleefd had.
Zijn nagelaten werken zijn bij Foppens opgegeven.
Zie Foppens, Bibl. Belg. I, 349; Schutjes; Gesch. van het Bisdom van 's Hertogenbosch III, 496, V, 566; Waltman van Spilbeeck, De abdij van Tongerloo 415, 416, 435.
Heeren