gouverneur van Amsterdam, commandant van de 1e territoriale militaire divisie, tevens gouverneur der residentie, weder gouverneur van Amsterdam en eindelijk (6 Febr. 1808) gouverneur der militaire scholen en commandant van het arrondissement Maasland, welke betrekkingen hij tot aan de inlijving van ons land bij Frankrijk bleef waarnemen. Ook verkreeg hij 21 Dec. 1806 titel en rang van maarschalk van Holland (waarvan hij intusschen in Febr. 1810 weder moest afstand doen), en werd hij 1 Oct. 1808 groot-kamerheer des konings en 2 Oct. 1809 president van het hoog heraldiek collegie.
Onder Napoleon werd hij graaf van het keizerrijk en lid van den senaat, in welke laatste betrekking hij mede Lodewijk XVIII tot koning proclameerde (6 April 1814). Na de herstelling van ons land werd hij door Willem I in den rang van luitenant-generaal gehandhaafd en met den titel van graaf voor zich en zijne mannelijke nakomelingen in den nederlandschen adelstand opgenomen.
Aan zijne militaire kundigheden paarde hij algemeene wetenschappelijke kennis, terwijl hij ook als ervaren schaakspeler bekend was.
Hij huwde (1779) met Clara Helena, dochter van Hendrik Wacker van Son en Anna Suzanna Hollebeek Zijne kinderen waren Aletta Johanna geb. 16 Maart 1780, gest. 1865, geh. met Frans Steven Karel, graaf van Randwyck; Pieter Hendrik, geb. in 1782, gest. 25 Jan. 1825, gehuwd met zijne nicht Susanna Martha van Zuylen van Nyevelt, dochter van Jacob (3) en Adriana Maria Cornets de Groot; Julia geb. 14 Dec. 1783, geh. met Ewoud baron van Vredenburch, staatsraad, gouverneur van Noord-Brabant, vervolgens van Zeeland; Johanna Maria Catharina, geb. 28 Sept. 1786, geh. met Alexander Jacob, baron van Spaen van Biljoen, heer van Biljoen en Ringenberg; Arnoud Jacob, geb. 9 Nov. 1787, majoor der cavalerie, in 1821 ongehuwd te Batavia overleden.
Hij gaf in het licht: Traité de la supériorité aux échecs, avec planches (1798), meermalen herdrukt en in verschillende talen overgezet; L' Attraction détruite par le mouvement primordial, ou Théorie nouvelle du cours des corps célestes et du mouvement, orné de planches (herdrukt Brussel 1826).
Zijn geschilderd portret (buste) is in het bezit van Mr. J.A.H. baron van Zuylen van Nyevelt te 's-Gravenhage.
Zie over hem de voornaamste werken over den veldtocht in 1799 in Noord-Holland, waarvan eene opgave in De Militaire Spectator 1891, 31-38; Ann. des hommes sav. et cét. (Bruxelles 1828) 228; Courier des Pays Bas No. 57, 26 Febr. 1826; Koch, Codex des Schachsp. Inl. 44; W. Leurs, Elements of the game of chess; Ill. London News 31 Oct. 1850; Alg. Hand. 5 Juli 1851; Iets over den graaf van Zuylen van Nyevelt vooral in betrekking tot zijne verdiensten omtrent het schaakspel; Adelsarchief, Jaarboek voor den Nederlandschen adel 1903/1904, 290, 291; Nederlands Adelsboek 1910, 566.
Koolemans Beijnen