[Wijnstok, Petrus (2)]
WIJNSTOK (Petrus) (2), zoon van den voorgaande, geb. te Durgerdam 1654, bezocht de latijnsche school en het athenaeum illustre te Amsterdam, daarna de hoogeschool te Leiden (5 Aug. 1677 ingeschr.), voleindigde tegen den winter van 1677 zijne godgeleerde studiën en werd 31 Mei 1678 candidaat. Nog te jong zijnde voor een beroep, nam hij in den volgenden winter op verzoek de avondbeurten te Alkmaar waar. 26 Dec. 1679 werd hij te Egmond aan Zee, een paar dagen later nog elders, in beide gevallen met algemeene stemmen, beroepen. Hij koos Egmond en werd daar 25 Febr. 1680 bevestigd. Hij werkte daar met vrucht, wees beroepen naar elders af, woonde met zijn zuster, leefde in vrede met zijne meest roomsche dorpsgenooten, en genoot de vriendschap van den baljuw Joan van Egmond v.d. Nijenburg te Alkmaar, die eene hofstede onder Egmond bezat en wiens huwelijk met Hester van Teylingen hij 17 Mei 1682 inzegende.
Hij werd in 1686 van ergerlijken levenswandel beschuldigd, met name van verleiding zijner dienstbode.
De baljuw had W. na zijne eerste en tweede schorsing voor leenmannen gedaagd, en toen de synode te Haarlem W.'s zaak weder naar Alkmaar