het bekende, door Vondel bezongen, Maagdenhuis te Amsterdam van 1719-1729.
Hij was een ijverig jansenist en, gesteund door de amsterdamsche burgemeesters van de Poll en van den Bempden, begon hij dien in de geschiedenis van het R.C. Maagdenhuis beruchten vierjarigen strijd tegen zijne katholieke mederegenten Barchman Wuytiers en Roest, welke strijd den katholieken bijkans het Maagdenhuis had gekost.
Toen de strijd ten gunste van de katholieken beslist was, nam hij zijn ontslag en vestigde zich 11 Aug. 1729 te 's Gravenhage als advocaat bij den Hove van Holland, in het 4 April 1729 in de Nobelstraat van den raadsheer Mr. Jacob Cunaeus gekochte huis. Hij had een inkomen van ƒ 30.000, hield een koets met 2 paarden, en 6 dienstboden. Hij overleed te 's Gravenhage 23 November 1748 en werd begraven in het familiegraf in de Groote kerk.
Hij huwde twee malen: 1o. te Amsterdam 12 Mei 1716 Maria Gerarda van Wedenbrugghe gezd. Burgert, (getrouwd door haar oom den kanunnik van het kapittel van Haarlem Cornelius Franciscus Krijs), geb. te Amsterdam 4 April 1698, overl. te 's Gravenhage 11 Oct. 1735 en begraven te Amsterdam in de Oude kerk in het graf van haar grootvader Arent Krijs bij de Torendeur no. 426, dochter van Everard van Wedenbrugghe gezd. Burgert, regent van het Jongensweeshuis van Amsterdam, en Maria Gerarda Krijs. Door dit huwelijk van Adriaen Wittert werd de Heilige Theodorus van der Eem, prior van het St. Agnieten Klooster te Gorcum, een der Gorcumsche martelaren, een oud-oom der tegenwoordige Wittert's; 2o. te Utrecht 12 Aug. 1737 jkvr. Theodora Cornelia Elisabeth Schade van Westrum tot Dompselaer, geb. te Utrecht 14 Oct. 1710, overl. aldaar 8 Maart 1782, dochter van Arnold Frans Schade van Westrum, heer van Dompselaer, Neerlangbroek en ¼ van Hagestein, en Catharina Maria de Wijs.
De geschilderde portretten van Adriaen Wittert van Hoogland en zijn 1e vrouw bevinden zich bij baron de Crombrugghe de Picquendale op het kasteel ter Heyde te Vladsloo en de geschilderde portretten van hem en zijne 2e echtgenoote bevinden zich bij Jhr. Mr. A.Th.J. Schade van Westrum te 's Hertogenbosch.
Adriaen Wittert kreeg o.a. behalve eene dochter Maria Gerardina, die huwde met Adriaen Wittert van Valkenburg, en eene dochter Catharina Maria, die huwde met Johan Gerard Steman van Maarsbergen, heer van Maarsbergen en Maarn, twee zonen:
1. Everard Bonifacius baron Wittert, heer van Hoogland, Emiclaer, Langenoorth, Coelhorst en Schonauwen, die 14 Juni 1778 van keizerin Maria Theresia adelserkenning en den titel van baron verkreeg en uit wiens huwelijk met Elisabeth Maria van Duynkercken, dochter van Nicolaas en Odilia Maria van Wykerslooth de tegenwoordige Witterts stammen; 2. Mr. Cornelis Johan baron Wittert van Hoogland, die 12 Maart 1778 van keizerin Maria Theresia adelserkenning en den titel van baron verkreeg, eerst advocaat bij het Hof van Holland werd, daarna bij den Hoogen Raad, het Hof van Brabant en vervolgens adellijk schepen van Brugge en uit wiens huwelijk met Jacoba Maria Wantenaer de vlaamsche tak sproot die voortleeft in de baronnen de Crombrugghe.