[Wittert, Mr. Johan]
WITTERT (Mr. Johan), heer in Lange Backersoort, geb. te Rotterdam 19 April 1703 als zoon van Adriaen Wittert en Geertruyda Maria
van Heymenberch (zie kol. 1475), promoveerde tot doctor in de beide rechten aan de hoogeschool te Harlingen 4 Aug. 1725, werd hofraad van den
Keurvorst van Saksen, Koning van Polen, overl. op zijn buitenverblijf Gruisbeek te Rijswijk 19 Nov. 1757. Hij huwde te 's Gravenhage 26 Juli 1728
jkvr. Justina Maria de Kies van Wissen, geb. te Haarlem 21 Nov. 1703, overl. aldaar 13 April 1772, dochter van des H.R.
Rijksridder Johan de Kies van Wissen en Agatha van der Dussen. Zij kregen twee kinderen: Mr. Johan Eduard baron Wittert van Colverschoten, gehuwd met Maria Catharina Helena
barones van Scherpenzeel, en Geertruyda Maria Wittert van Colverschoten, gehuwd met Franciszek Ksavery graaf Sudeck Wilczewski von Tallen, kamerheer van Frederik August, Keurvorst van Saksen; Koning van Polen, adjudant-generaal van Koning Stanislaus, gezant van Polen bij de Vereenigde Nederlanden, generaal-majoor der cavalerie, adelsmaarschalk, afgevaardigde in den Rijksdag, stadhouder van Raygrov.
Zie: E.B.F.F. Wittert van Hoogland, Het geslacht Wittert van Hoogland (1912) 184.
Wittert van Hoogland