bij het beleg van Grave. Een krijgsavontuur beleefde hij in 1576, toen hij, op weg naar Geertruidenberg, op den Biesbosch door spaansche vrijbuiters gevangen genomen werd; aan drie Dordtenaars onder dezen, die hij door een belooning en door belofte van pardon voor zich wist te winnen, had hij zijne invrijheidsstelling te danken. Nog komt hij voor als dijkgraaf van Mijnsheerenland. Hij huwde 2 maal: 1e. 28 Sept. 1568 met Johanna Heymans, bij wie hij elf kinderen had; 2e. 2 Sept. 1603 met Kornelia van Beverwijck. Onder zijne elf kinderen, van wie 5 jong gestorven, waren drie zoons: Andries (kol. 1448), Frans (geb. 14 Nov. 1586 en gest. 29 Maart 1615, die vele jaren in Frankrijk en Italië reisde, ‘uyt enkele lust’ in de medicijnen studeerde en ongehuwd bleef) en Jacob (2) (kol. 1455).
Een portret door J. van Ravesteijn bij de douairière Hoeufft van Velsen te 's Gravenhage, een ander portret in het Gemeente-museum aldaar.
Zie: Balen, alsvoren, 1318.
Japikse