[Wits, Claes Jacobsz.]
WITS (Claes Jacobsz.), te Enkhuizen geb. 1599, overl. 6 Oct. 1669, begraven in Westerkerk Zuidkap. no. 223, zerk met opschrift; geh. vóór 1636 met Jannetje Hermani dochter van den predikant Ds. Hermanus Gerardi en van Pietermoer Pietersdr. Hij was te Enkhuizen commissaris kl. zaken 1652, ontvanger van 's lands middelen 1654, raad in de vroedschap 1652, 1669, schepen 1658, 1660, burgem. 1666, 1667, ouderling 1647, kerkmeester 1654, weesmeester 1669.
Wits is de dichter van de meermalen te Enkhuizen herdrukte vrome zangen: Stichtelijke bedenkingen vertoont door Sanghsgedichten (9de druk 1694). Het eerste deel gemaakt vóór 1645 droeg hij op aan Cornelis Pietersz. Biens, ouderling te E., die hem in zijne jonge jaren, door middel van een stichtelijk handboekje met verzen tot de gereformeerde leer had overgehaald en de kerk binnengeleid; het tweede deel: Onledige ledigheyt ofte buijtentijtse stichtlijcke oeffeninge gemaakt vóór 1649, is opgedragen aan Herman Jansz. ordinaris ziekentrooster te Hoorn en het derde deel: Stichtelijcke tijdtkortinge bestaande in leerlycke historien aan Herman Outgersz. Bock te Enkh. 10 Febr. 1649; eindelijk nog een vervolg of 4de deel: Aenmerckelijke historien en andere ghesangen (1ste druk Enkh. 1665) opgedragen aan Mejv. Jaquelijn van Dalmen wed. den E. Heer Niclaes van Assendelft te 's Gravenhage, welke dame in het bezit was van eene aanmerkelijke verzameling rariteiten en bedreven in het maken van verzen. Op de torenklok te Hem, 1666 gegoten te Enkh., staan eenige dichtregelen van C. Wits. Zijn portret en dat zijner vrouw, met wapens, geschilderd op paneel door Johan van Neck 1668 bevinden zich bij Dr. J.A. Moll te 's Gravenhage.
Van zijne kinderen vermelden wij: 1o. Herman die volgt; 2o. Pieter, geb. vóór 1648 med. doct. te Enkhuizen, begr. aldaar 3 Nov. 1664; 3o. Jacobus, ged. 15 Jan. 1640 te Enkh. schepen, aldaar begr. 6 Nov. 1679.
Zie: Familiearchief Semeyns.
de Vries van Doesburgh