[Willems, Johannes]
WILLEMS (Johannes), Wilhelmi, de Willaume, geb. te Hulst, overl. in de abdij Cambron (Henegouwen) 23 Apr. 1515. In zijn jeugd leerde hij de Cisterciensers van Cambron kennen in hunne priorij te Stoppeldijk nabij Hulst. Na zijne intrede in Cambron was hij tot bestuurder der polders en priorij te Stoppeldijk aangesteld, welken post hij nog bekleedde, toen hij in 1501 door zijne medebroeders tot abt van Cambron werd gekozen. De abt stond in hoog aanzien bij keizer Maximiliaan, die in 1512 zijne abdij bezocht. Waarschijnlijk door diens voorspraak verkreeg hij het gebruik der pontificalia van paus Julius II, Oct. 1512. Abt Willems deed in 1514 afstand van het bestuur zijner abdij en zegde de politieke loopbaan vaarwel, die hij met eer gevolgd had. Hij begon een leven van afzondering als boete voor zijn wel al te wereldsch gedrag. Een steen, die van een muur viel, trof hem zoo, dat hij aan de gevolgen overleed.
Zie: A. Le Waitte, Historiae Cambronensis pars altera, (Par. 1673) 395-403; U. Berlière, Monasticon Belge I, 351; C. Jongelirus, Notitia Abbatiarum O. Cist. (Col. Agrip. 1640) IX, 40; Monnier, Histoire de l'abbaye de Cambron, in Ann. cercle archéol. de Mons XIV (1878) 104-106, XVII (1884) 14.
Fruytier