twist, waarbij Wilhelmi zich zelfs niet ontzag den strijd te voeren door aanplakking van ‘een fameus libel’ aan de kerkdeuren, en die spoedig zoo hoog liep, dat het wel duidelijk werd, dat alleen zijn verhuizing vrede kon brengen. 20 Jan. 1576 deed Taffin daarom een poging om hem naar Delft beroepen te krijgen. Geslaagd is deze echter wel niet, want - nadat in de eerste helft van dat jaar Wilhelmi een schuldbelijdenis heeft afgelegd, waarmede zijn kerkeraad echter geen genoegen nam - hij is begin 1577, vooral door toedoen van den magistraat dier stad, te Hoorn als predikant aangenomen. Ofschoon de classis daar aanvankelijk geen genoegen mee nam, heeft ze er zich toch (mede op advies van Marnix), naar 't schijnt, vrij spoedig bij neergelegd. Zoo volledig, dat Wilhelmi niet lang daarna in het kerkelijk leven zijner provincie reeds een belangrijke plaats innam, die hij behield, ook toen hij in 1589 zijn standplaats Hoorn voor Beverwijk verwisselde; wat het bericht van Velius, Beschrijving van Hoorn (1740), als zou hij 1588 te Hoorn ontslagen zijn, wel niet heel waarschijnlijk maakt. Herhaaldelijk zat hij in 't moderamen der particuliere synoden, en tevens werd hij afgevaardigd naar de nationale van 1581 te Middelburg. Ook die te Dordrecht, in 1574, heeft hij bijgewoond. In 1578 heeft hij, met toestemming der noordhollandsche Synode eenigen tijd in de kerk van Amsterdam gearbeid.
Wilhelmi is minstens tweemaal gehuwd geweest. Eerst - vermoedelijk wel na zijn vlucht in 1566 en zeker voor 1 Dec. 1567 - met de uit Engeland geboortige Elizabeth Claessen. En in Jan. 1570 met de toen 33-jarige Catharina Lessens, reeds sedert 1551 in Engeland woonachtig. Ergens elders is nog sprake van een zekere ‘Bauterell his wyfe’, maar uit welken tijd dat bericht afkomstig is en of er dus een der beide genoemde vrouwen mee aangeduid wordt, of een derde, is niet te zeggen. Uit zijn briefwisseling weten we, dat prins Willem van Oranje in 1573 gereformeerd is geworden; niet onwaarschijnlijk heeft zelfs diens aansluiting aan de Gereformeerde kerk te Dordrecht onder leiding van Wilhelmi plaats gehad. Het archief der Nederl. Hervormde gemeente te Delft bevat sub Afd. III letter B nrs. 6 en 79 nog een viertal stukken, die voor de beschrijving van zijn leven niet zonder belang zijn.
Zie: Reitsma en van Veen, Acta, I, II en III; J.H. Hessels, Eccl. Lond.-Bat. Arch. II en III; Werken der Marnixvereeniging S. I, D. I; S. III D. V, alle registers in voce Wilhelmi of Neerdenus; G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht, I (Utr. 1841) 91-95; G. Brandt, Historie der Reformatie I (Amst. 1671) 565-567; Publications of the Huguenot Society, X, Part I, de lijst van bldz. 367-372; Part II die van bldz. 1-139 en 140-154; H. Croese, Kerkelijk Register (Amst. 1737) 20.
van Schelven