Provincialen waterstaat van Gelderland, bij de verbetering en de afwatering van den Ouden IJssel bij Zutphen geplaatst, waarna hij tijdelijk in dienst trad van den ingenieur J. Schotel te Rotterdam, voor wien hij plannen ontwierp voor een locaalspoorweg van Groningen over Bedum naar Uithuizen, voor een spoorweg van Rotterdam naar Amsterdam en voor het belgisch gedeelte der lijn Breskens - Maldeghem en opmetingen deed voor de lijnen Apeldoorn - Arnhem, Leiden - Woerden - Utrecht en Utrecht - Amsterdam, van welke ten slotte alleen de lijn Breskens - Maldeghem uitgevoerd is. In 1883 werd hij sectie-ingenieur bij de Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorwegm. Willem III, die een spoorwegverbinding tot stand bracht van Apeldoorn over Deventer naar Almelo, en van Dieren over Apeldoorn naar Hattem, en vijf jaren later als zoodanig benoemd bij de Nederl. Zuid-Afrikaansche poorwegm. Na zijne komst in Mei 1888, werd hij belast met opmetingen in het Lage veld, aan den linkeroever der Krokodilrivier en na afloop daarvan met den bouw van de Randtram te Johannesburg, van waar hij in den loop van 1890 naar het hoofdbureau te Pretoria werd verplaatst. In September 1892 ging hij in den dienst der exploitatie dier Maatschappij over, en werd in 1894 tot algemeen secretaris aangesteld. Vier jaren later bood de Regeering der Z.-A. Republiek hem de drievoudige betrekking van Hoofdingenieur, Technisch Inspecteur en Adviseur bij het spoorwegdepartement aan, die hij tot de bezetting van Pretoria door het engelsche leger bekleedde. Tot aan dat tijdstip had hij bovendien de exploitatie der Pietersburgspoorweglijn, welks bestuurders het land hadden moeten verlaten, geleid. Na de bezetting van Pretoria bleef hij tot het einde van 1903 buiten betrekking, toen hij, eerst door het
spoorwegdepartement met een onderzoek van het terrein in het Noorden van de Transvaal belast en vervolgens als eerst aanwezend ingenieur bij den bouw van den spoorweg Pretoria - Rustenburg geplaatst werd, dien hij in 1907 kort voor zijn dood voltooide. Hij schreef in de Ingenieur, van 6 Maart 1886 no. 10 en 4 Oct. 1905 no. 42 en in het Tijdschrift van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs 1889-1890.
Zie over hem: de Ingenieur van 18 Mei en 26 Oct. 1907 nos. 20 en 43 en de Zuid Afrik. Post van 61 Mei 1907 no. 20.
de Savornin Lohman