[Weytingh, Joannes Henricus Arnoldus]
WEYTINGH (Joannes Henricus Arnoldus), zoon van den voorgaande, 5 Juli 1799 te Zalt-Bommel geb., studeerde a.d. leidsche hoogeschool (ingeschr. 1823) en promoveerde in 1826 te Deventer tot Lit. hum. dr. op een dissertatie: Disquisitio historica de Constantino Magno (ook afzonderlijk uitgegeven). Hij vestigde zich (1824) als kostschoolhouder te Goor, waar hij werkzaam bleef tot 1827, werd toen conrector der lat. school te Harlingen en in 1830 rector dier school. Hij overl. hier 19 Mei 1853. Van zijne hand heeft men een Beknopt geschied-, aardrijks- en fabelkundig woordenboek der Classieke Oudheid voor ongeletterden (1840) en Lotgevallen van Ulysses op zijn terugtogt naar Ithaca, of Vijf boeken der Odyssea bewerkt (1834).
Zie: Bijdr. gymn. 1853, 62.
Zuidema