provisie van die waardigheid verkreeg, welke twee jaar later bevestigd werd.
Zie: E. Reusens, Matricule de l' Univ. de Louvain I, 129; G. Toepke, Matrikel der Univ. Heidelberg I, 143; Archief Aartsb. Utrecht XII, 163; J. de Hullu, Bijdr. tot de geschiedenis v.h. Utrechtsche schisma ('s Grav. 1892) 116; H. Reimers, Friesische Papsturkunden (Leeuw. 1908) 20, 78, 87, 117; G.J. Hoogewerff, Bescheiden in Italië (R.G.P. kl. serie 12) 574.
van Kuyk