[Vries, Hidde Sjoerds de]
VRIES (Hidde Sjoerds de), verdienstelijk schoutbij-nacht bij de admiraliteit van Friesland, een volle neef van Tjerck Hiddes (kol. 1363), zoon van Sjoerd Hiddes en Acke Clases, geb. 20 Dec. 1645, gest. (als krijgsgevangene) te Duinkerken aan zijn wonden in een gevecht tegen Jean Bart op de Noordzee, geleverd 29 Juni 1694.
Hij ging jong in zeedienst en klom spoedig op tot kapitein ter zee, in welke hoedanigheid hij in 1691 het schip ‘Frisia’ van 72 st. commandeerde. In 1692 na den slag bij la Hogue voegde hij zich bij de vereenigde eng.-ned. vloot in het Kanaal.
In 1693 was hij als schout-bij-nacht bevelhebber van het Noordzee-eskader meer bepaald om de Duinkerkers op de Vlaamsche kust te bewaken.
In 1694 werd hij andermaal door den stadhouder-koning Willem III tot bevelhebber van dat eskader benoemd. Hieruit bleek het groote vertrouwen in zijn beleid daar Jean Bart de toestand op de Noordzee zeer moeielijk maakte en de neutrale handel van Zweden en Denemarken op Frankrijk moest worden belet.
In Juni ging hij uit met een eskader van 8 schepen (van 18-34 st.) (de bedoeling was geweest 14 schepen maar 6 schepen ontbraken wegens gebrek aan geld en volk), om te kruisen tusschen de Maas en den Theems, later tusschen Texel en Goeree, speciaal op een zweedsch-deensche korenvloot, die bestemd was voor Frankrijk, waar misoogst was geweest. Bekend was dat Jean Bart deze vloot te gemoet zou zeilen. 27 Juni werd een vloot van 120 schepen geladen met graan, masten, deelen, pek, teer, scheepsbehoeften en krijgsvoorraad onder convooi van 2 deensche en 1 zweedsch oorlogsschip ontmoet. Een plan om deze vloot naar binnen te brengen in Texel verwierp Hidde de Vries, oordeelende dat zulks was in strijd met voorschriften en verdragen, waarbij bepaald was onderzoek in zee en alleen beslag bij vervoer van verboden waren. Er waren reeds door den deenschen koning, beslagleggingen in de Sont geschied naar aanleiding van overtredingen van zeeuwsche kapers.
Dit heeft Hidde de Vries geweten, zijn verder optreden werd door den stadhouder onvoorzichtig genoemd.
Het onderzoek had in zee plaats onder protest van den convooicommandant, na bedreiging met geweld onzerzijds. Door dit oponthoud reeds vertraagd, duurde het onderzoek der scheepspapieren eenige dagen, en werden den volgenden dag reeds 19 verdachte schepen ontdekt. Des nachts moest de vloot worden bewaakt, waardoor de schepen van het eskader geheel verspreid lagen.
29 Juni bij het aanbreken van den dag werden in het Z.Z.W. 10 zeilen ontdekt die voor den wind op kwamen zetten. Zij werden verkend als fransche. De schout-bij-nacht seinde zijn schepen de linie te formeeren doch dit duurde lang. Evenwel viel Jean Bart ook niet dadelijk aan, daar hij in twijfel verkeerde omtrent de sterkte van het vijandelijk eskader tusschen de koopvaardijschepen. Tusschen 9 en 10 uur in den V.M. ving de strijd aan. Jean Bart enterde het schip van Hidde de Vries en nam het na een fellen strijd van een half uur. De schout-bij-nacht kreeg 3 wonden aan